testaments. - Koninklijke Bibliotheek

Opheldering van i Joann. F: 8. 325ien Heemel, DEN VADER, HET WOORD, ENDEN HEILIGEN GEEST, van welken het zee»vendc yers fpreekt (bj.vers 16 en 17.Indien iemand fynen broeder fiet fondigen eenfonde niet tot den dood, die fal [God j bidden, ende hy fal hem het leven geven, dengenen ffegg? Ick J die fondigen niet tot dendood. Daar is een fonde tot den dood: voordefelve [fonde] en fegge ick niet dat hy falbidden.Alle ongerechtigheyd is fonde: ende daar isfonde niet tot den dood A§.224. ~\ My dunkt ik mag vooronder/tel-IV1 len, dat myne Lcezers degewoonjle verklaring deezer woorden onderonskennen. Dezelve verflaat door de zonde TOTDEN DOOD , de zonde tegen den H. Geest! die onvergeeflyk is Matth. 12, waar voor men*der-(b) In de verhandeling van dat vers begeeven wy onsniet, om dat onze Christenen, die wat onderzoeken ,daar van genoeg weeten, en om 'dat de geleerden alreede met veele, ook uitvoerige Schriften daarover,jrykelyk voorzien, ja overladen zyn. Het geene de geleerdeen zeer naauwkeurige A. BUURT voor niet lan.ge daar over gefchreeven heeft,in zyn Befch. God»el,3. ft. Bladz. 91 tot 96 zal van allen met nut konnengtbruikt wordeo,