testaments. - Koninklijke Bibliotheek

g30 Opheldering van i Joann. vs. 10 eri n;op alle de woorden van den H. Schryver,en een goed begrip van zyne waare meening,doen alle die wanfchikkelyke misbruikenverdwynen, en laten ons niet dan zeer goedeen heilzame betrachtingen over — Dit metweinigen aantetoonen, is nu onze toeleg.§. 227. Wanneer wy gade flaan dat JOAN 1NES fpreekt van iemand DIE TOT U LIEDENKOMT, dan bemerken wy terftond, dat Hyniet bedoele onze Vrienden , onze lluisgenooten,onze mede - Burgers, ais of het gcoorloft wareaan hun, om eenig verfchil in gevoelens ,alle bewyzen van Liefde, van vriendfchap,van beleefiheid te weigeren. Dit moet zeekerwel verre van ons zyn! en wordt doorden Apostel niet beoogt, alzoo Hy fpreektvan eenen Vreemden, die van elders tot onskomt. Wanneer onze dierbaare Heiland leertLuc. 14: 26. zynen Vader en Moeder, zyneVrouw en Kinderen, zyne Broeders en ZustersTE HAATEN, dan wil Hy geenszins datwy een vyandig hart en gedrag zullen voedentegens hen, aan welken wy allerbillykstteedere Liefde verfchuldigd zyn, maar eeniglykdat wy GOD en CHRISTUS boven onzeLieffle vrienden beminnen, moeten, en lieveralle fchepfelen afgaan en varen laaten, dandat wy ons door hen zouden laten van GODen CHRISTUS aftrekken, en beweegen om ookhet minfle tegen zynen wille te doen; gelykJezus zeb'e dit uitlegt Matth. 10: 37 ver.gelyk het 94tig(te antw. van den Heidelb.Catech. Uit de opietting op dit zelfdezeggen, zien wy ook klaar, dat JOANNESgan-