testaments. - Koninklijke Bibliotheek

Opheldering van Hebr: XII: 16, 17. 155§ 102. De vierde vraag moeten wy meebevefïiging beantwoorden , om dat wy met demeefteuitleggersvastfteden, dat onze H. Scaryverin dit bedryf van EZAU onheiligheid gevondenhebbe. De rechten der eerstegeboorte beftonde.i volgens algemeene toeftemming,in een dubbeld Erfdeel van de Vaderly*e e n e kooke goederen, Deut. 21: 17• S'heid en heerfchappye over het geheele Vader-,lyke Huisgezin , Gen. 4: 7. 27: 29. 43: 3*.49: 3. Beiden deeze rechten wierden aan RU­BEN ontnoomen, en overgebragt op JOSEPH enop JUDA 2 Chron 5: 1 en 2. In deeze grootevoorrechten te verhopen, of liever wegtegeeven(f) voor ééne fmaakelyke maaltyd (g)ziet men ligtelyk eene groote onbezonnenheiden veragtelyke dwaasheid van EZAU; maarONHEILIGHEID ontdekt men daar in niet ligte*lyk ! Wanneer men egter daar by denkt, datGOD in zyne aanmcrkelyke voorzienigheid aanHem die voorrechten Igefehonken hadde, Gen.25: 25 en 26, en dat Hy door dit wegge**ven, en wel voor ééne fpyze, zeer ondankbaardit Goddelyk gefchenk verachtte, en dat Hydit met eenen ligtvaardigen eed bekragtigde,dan zal men oewyzen van een onheilig beflaandaar in befpeuren- Dan de Uit leggers Jettendaar minder op, maar voegen nog wat anders(f) Sommigen Jooden willen wel,om hunnen VaderTACOB te verfchoonen, dat EZAU eenen behoorlekenprvs voor de verkogte regten zoude bedongen en beftomenhebben, dan MOZES, geeft daartoe geene aanleiding,en PAULUS wederfpreekt dit.( g )Zie Gen. as: 34-K 5