testaments. - Koninklijke Bibliotheek

4$ Opheldering van Hebr. II: 15.nisje — matigheh — lydzaamheit — Godzalig»neit — Broederlyke liefde — en liefde jegensallen —- zoo zullen wy onze roeping en verkiezingvast maken. Hat doende zullen wy nimmermeerftruikelen , maar ons zal rykelyk toegevoegtworden de ingang in het eeuwig Koningrykvan onzen Heer en Zaligmaker JEZUSCHRISTUS, -— Hy zelve werke daar toe, doorzynen Geest in ons het willen en hetwerken, naar zyn welbehaagen/ Amen.'Verï 16.fP'ant waarlyk hy en neemt de Engelen niet aan,mdaf hy neemt het zaat Abrahams aan.% 25. Veele ihyner Leezers weeten, dat'er over deezen test eene tweederleïe verklaringin zwang gaat. De eerfte, welke doorde meefte Öud-vaders , door onze geleerdeBand-teekenaars, zelfs door onze NederlandfcheGeloofsbelydenis Art. 18. aangcnoomen is,komt hier op uit „ GODS ZOON heeft niet de„ natuur der Engelen , maar der menfchenaangenoomen en met zich op het naawwftevereenigt, en wel uit ABRAHAMS Nakomelin-,, gen." De tweede, welke meest door latereGodgeleerden, (d) omhelst is, leevert deezenzin? Ca) CAMERO , GROTIUS, COCCEJUS , HARTMAJT, WITaus,MARC'KIUS, en veele anderen, die ook fdmmigeOuden tot voorgangers hadden.