testaments. - Koninklijke Bibliotheek

Ia6* Ophelder mg van Hebr. XI: 7.te,van NOACH met de zynen uit die algemee*ne water-vloed te behouden door de Arke, welvervullen zoude, tegen het vaste geloof op dieGoddelyke toezegging zoude gef reeden hebbealthans eens berispelyke zwakheid in het &e*loof zoude vertoont hebben; dan het is ook zeerklaar dat PAULUS zulk eene vreeze aan zynengeloofs-held geenszins toefchryve : want dievreeze zoude Hem in het toerusten der Arke,ais volgens zyne bekommering niet inftaat om hem te behouden , belemmert hebben,daar deeze vreeze, van welke de Apoftelfpreekt, hem aandrong tot het toebereidenvan die behoud arke. Daar is eene vreeze welkezeer wel met het geloof inftemt. ja zelfsdoor het geloof veroorzaakt wordt. Eene vreezevan diep ontzach voor DIE VERSCHRIKKELY-KE HFEMEL-MAJESTEIT, welke jnet de allergedugt/leoordeelen de zondaren ftraffen wil.Job. p: 23. Pf. 119: j 2o. Indien NOACH*die verfchrikkelyke ftraf-aankondiging niet geloofthadde, dan zoude Hy, met zyne zondigeTyd-genooten , vreezeloos, indrükkeloosen zorgeloos geweeft zyn Matth. 24: 37.^9maar, nu Hy vafelyk geloofde dat de God desoordeels komen zoude, was Hy met eerbiedigevreeze én beeving voor dien ontzacblykenRichter aangedaan. Daar mede was gepaarteene heilige vreeze tegen alle ongehoorzaambeitaan, en vertoorning van dien geduchtenwreeker. Hy geloofde dat God Hem door deArke behouden zoude uit den algemeenen allernaarftenondergang der waereld, en eevendaarom was hy bevreest tegen ongehoorzaamheic