testaments. - Koninklijke Bibliotheek

opheldering van i Joan. V: 8. 323de reeden, dat alle de gezegdens naawkeurigen kragtig pasfen op het Euangelium, hoopen Avondmaal, het geene men zeer bezwaarlykin andere- gevoelens zal aantreffen. 1.Men heeft hier juiil een Drietal, nog meernog minder, dat ook niet kan vermeenigvuldigt,nog kleinder gemaakt worden. 2. EenDrietal van getuigen , die allen ons op JE.ZUS CHRISTUS, als den eenigen Zoen -Middelaar, den eenigen Grond -flag onzer Zaligheidwyzen Dit is uit de verhandeling van- dc ójtigste vraag van den Heidelb. Catech.Onder ons zoo algemeen bekent , dat hetovertollig is , dat ik het doe opmerken.Dat deeze drie niet flegts getuigt hebben,of voor eenen bepaalden tyd getuigen, maardat zy dit beftendig doen < door alle eeuwenheen. , . Dat zy dit doen niet in den Heemel,want daar hebben ze uitgediend, maareeniglyk op de aarde. . . . En wel nietalleen in eenige landftreek , maar op de ganfcheaarde, by alle volken Matth. 2g: 19.,. . . . En dat juiffc in die orde welke JOAN-NES heeft. DE GEEST gaat voor in de Euangelie-prediking.Die onderweezen zyn , enhet woord gaarne aanneemen , ontvangen HETWATER des Doops. Die gedoopt zyn, wordendeelgenoten van HET BLOED des Ayondmaals.4. Van zelfs is het klaar, dat deezedrie getuigen TOT EEN ZYN, het zelfde beveiligen,en tot het zelfde oogmerk, om inCHRISTUS te gelooven, dienen. 5. Van DITWATER en BLOID kan ook gezegt worden,dat JEZUS daar mede gekomen is vs. 6. omX 2. dat