testaments. - Koninklijke Bibliotheek

35° Opheldering van Openh. I: 4.dienftbaar zyn,gelyk zodanigen Hoofdft. S: 2.waarlyk voorkomen , (a) houden wy nogtansmet de meeften van onze Godgeleerdenhet daar voor, du DE HEILIGE GEE*T , dederde Goddelyke Perfoon hier bedoelt zy. -—Di rheweeren wy vooral met de volgende bewyzen.v Die zeeven Geeflen worden hiergeplaatft by GOD DEN VADER, in dit vers ,en by JEZUS CHRIS-IUS in de volgende ver [en,waarom niemand gepafter dan de DERDE (JOD-DI LYKE PERSOON kan verftaan worden. DatJE^US CHRISTUS hier volgt op de zeeven Geesten,zal waarfchyniyk gefchiedt zyn,om datJOANNES van HEM , uitvoeriger fchryven wilde,felyk men ziet vs. 5, 6 en 7. 2. Daardeezen zeeyen Geeflen nergens gevonden worden,GOD of CHRISTUS aan te bidden, te dan»ken, en te hoven, dat anders wel aangeteekentis van de Engelen, van de vier dieren,en de 24 Onderlingen, daar wordt hier uitdrukkelykgezegt , dat JOANNES de genadeen vreede niet minder aan de gemeentens toegebcdcnhebbe van DEEZE ZEEVEN GEESTEN,dan van GOD DEN VADER en van J EZUS CHRIS-TUS. Eene Godcelyke eere, welke aan geenenEngel toekomt Hoofdft. 19: 10. en 12:8 en 9. 3. Alzoo het onbetwiftbaar zeekeris, dat 'er Drie Goddelyke Perfonen zyn, endat aan GOD DRIESENIG, byzouder ook aanDEN(«) De ongeletterde leezer kan dit zien uit eenBrief, welken ons de zeergeleerde P. NIEUWLAN»Trneaegeueelt neeftin zyne uitiegk. verrn- 1. 0. Bladz.76—:s>-