Naar een visionaire woningbouw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
111<br />
SYNTHESE & CONCLUSIES<br />
Zowel de mutatie van de verkaveling als de toename van de<br />
appartementsbouw zijn ‘verdichtende tendensen’ en dus conform<br />
de doelstellingen van het RSV, maar kwalitatief hangen<br />
ze nog vast aan oude woonmodellen en roept hun kwaliteit en<br />
duurzaamheid vele vragen op.<br />
Operationeel kader<br />
De operationalisering van het wonen speelt zich af binnen<br />
<strong>een</strong> bestaande structuur van de woningmarkt, die het resultaat<br />
is van het historisch gevoerde beleid. Voor Vlaanderen<br />
betekent dit <strong>een</strong> eigendomsmarkt met <strong>een</strong> aandeel van bijna<br />
74,4%. De woning wordt gezien als <strong>een</strong> veilige belegging<br />
voor de toekomst. Hier tegenover staat <strong>een</strong> aandeel private<br />
huurders van 18,5% en <strong>een</strong> aandeel van sociale huurders van<br />
5,6%. De overige 1,5% woont gratis.<br />
Operationeel gezien wordt de Vlaamse woonproductie<br />
gekenmerkt door kleinschalig individueel opdrachtgeverschap<br />
binnen de constellatie van bouwheer-architect-aannemer.<br />
Deze bouwwijze garandeert individuele expressie,<br />
maar bemoeilijk innovatie en vernieuwing in het bouwproces<br />
en beperkt zich tot minder complexe <strong>woningbouw</strong>projecten.<br />
Onderzoek wijst wel op <strong>een</strong> verschuiving naar meer professionele<br />
actoren, wat samenhangt met de toegenomen productie<br />
van appartementen, maar manifesteert zich ook in<br />
verkavelingen in de vorm van sleutel-op-de-deur woningen en<br />
wijken van koppel- en rijwoningen.<br />
Daarnaast is het publieke of semi-publieke opdrachtgeverschap<br />
in Vlaanderen beperkt. Aan de ene kant heb je de sociale<br />
huisvestingssector. De productieketen loopt hier langs<br />
de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en<br />
de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s). In totaal<br />
telt Vlaanderen zo’n 93 sociale huisvestingsmaatschappijen<br />
die samen ongeveer 142.368 woningen beheren. In vergelijking<br />
met landen met <strong>een</strong> lager aandeel eigendomsmarkt en<br />
<strong>een</strong> hoger aandeel huurmarkt, zoals bijvoorbeeld Nederland,<br />
Duitsland of Zwitserland, zijn dit zeer kleine actoren. De professionalisering<br />
van de sociale huisvestingssector kan dan<br />
ook als <strong>een</strong> uitdaging gezien worden.<br />
Aan de andere kant heb je (semi-)publieke actoren die<br />
ingrijpen op de reguliere huisvestingsmarkt. Dit blijft<br />
echter hoofdzakelijk beperkt tot binnenstedelijk gebied.<br />
Stadsontwikkelingsbedrijven treden op als partners in grote<br />
strategische projecten en slagen er in kwaliteitseisen op te<br />
leggen aan de private sector. Daarnaast richten zij zich op<br />
gebieden in de stad die om één of andere reden niet worden<br />
ontwikkeld door de private sector. Een aantal stadsontwikkelingsbedrijven<br />
brengt zelf ook woningen op de markt, waarbij<br />
stadskankers worden aangepakt die mits wat geluk <strong>een</strong> trigger<br />
kunnen zijn om <strong>een</strong> ruimere wijk te heropwaarderen. Het<br />
stadsontwikkelingsbedrijf AG Vespa in Antwerpen, AG SK in<br />
Kortrijk en AGSOB in Gent hebben <strong>een</strong> aantal opmerkelijke<br />
projecten gerealiseerd waarbij wordt ingezet op <strong>een</strong> betaalbare<br />
en kwalitatieve architectuur. Opvallend is dat buiten het<br />
kernstedelijk gebied er g<strong>een</strong> ontwikkelingsbedrijven aan het<br />
werk zijn en de instrumenten en middelen – zoals de conceptsubsidie<br />
– die in de steden worden aangewend, hier niet<br />
worden ingezet. Hier treedt het beleid voornamelijk wetgevend<br />
op en niet interveniërend. Een uitzondering hierop zijn<br />
de intercommunales, waarvan <strong>een</strong> aantal ook zelf woningen<br />
op de markt brengen.<br />
Conclusies<br />
1. Trendvolgend scenario:<br />
De analyse van de mechaniek van de woonproductie leidt<br />
tot de conclusie dat indien de huidige trend wordt verder<br />
gezet, Vlaanderen verder zal volgebouwd worden met verkavelingen<br />
en linten. Vandaag zijn er nog zo’n 345.509 onbebouwde<br />
percelen voor woongebruik beschikbaar– goed voor<br />
meer dan <strong>een</strong> miljoen woon<strong>een</strong>heden. Tekenen we deze op<br />
<strong>een</strong> kaart met de bestaande bebouwing, dan krijgen we <strong>een</strong><br />
beeld waar dit trendvolgend scenario toe leidt. Fig. 3.2 toont<br />
hoe Vlaanderen gewoon verder volgebouwd wordt rond de<br />
bestaande bebouwing. De stelling van deze studie is dan ook<br />
dat er ingezet moet worden op <strong>een</strong> trendbreuk om dit scenario<br />
af te wenden. Om dit te realiseren zal er moeten ingegrepen<br />
worden op al de onderdelen van de mechaniek van de<br />
<strong>woningbouw</strong>productie.<br />
Vlaanderen bestaande toestand<br />
Vlaanderen bestaande toestand + woonuitbreidingsgebieden<br />
& woonreservegebieden<br />
Vlaanderen bestaande toestand + woonuitbreidingsgebieden<br />
& woonreservegebieden + onbebouwde<br />
percelen in woongebied<br />
Fig 3.2 Illustratie van <strong>een</strong> trendvolgend scenario<br />
Bron: Departement RWO-Afdeling Ruimtelijk Beleid (2011) en Corine Land Cover (2002).<br />
Cartografie: AWB<br />
2. Zand in de mechaniek:<br />
Een aantal maatschappelijke uitdagingen wijzen op het vastlopen<br />
van de mechaniek van de woonproductie. Deze maatschappelijke<br />
uitdagingen zijn:<br />
— Betaalbaarheid. Statistisch is er g<strong>een</strong> betaalbaarheidsprobleem<br />
en kan ieder<strong>een</strong> nog <strong>een</strong> betaalbare woning<br />
vinden. Dit bevestigt echter <strong>een</strong> trendvolgend scenario<br />
waarin suburbanisatie doorgaat, omdat de meest betaalbare<br />
woningen het meest afgelegen liggen van de stedelijke kernen.<br />
Hier is het aanbod groot in vergelijking met de vraag. In<br />
<strong>een</strong> duurzaam scenario waarin wordt ingezet op verdichting<br />
van de stedelijke gebieden, is betaalbaarheid dus <strong>een</strong> cruciale<br />
maatschappelijke uitdaging.<br />
— Grondschaarste. De wooncultuur van de verkaveling<br />
die na de oorlog met de uitbouw van de welvaartstaat <strong>een</strong><br />
enorme opgang kende, legt <strong>een</strong> enorm beslag op de ruimte.<br />
Maar de ruimte is eindig. Met het RSV kwam er <strong>een</strong> slot op<br />
het aantal gronden die voor wonen kunnen aangesneden<br />
worden. De eindigheid van de ruimte voor wonen dwingt ons<br />
na te denken over hoe we spaarzamer met de ruimte kunnen<br />
omgaan.<br />
— Energiezuinigheid en duurzaamheidstechnologie.<br />
Door de energie- en milieucrisis staat de bouwsector voor<br />
<strong>een</strong> belangrijke uitdaging. In het licht van de richtlijnen van<br />
Europa, die streven naar de passiefnorm voor elk nieuw