Naar een visionaire woningbouw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
66<br />
NAAR EEN VISIONAIRE WONINGBOUW<br />
<strong>een</strong> aanzet waarbij we Vlaanderen in kaart trachten te brengen<br />
vanuit zijn woonomgevingskwaliteiten. Dit kan op zijn<br />
beurt verder ontwerpend onderzoek naar duurzame woonomgevingen<br />
sturen.<br />
In deze context definiëren we de woonomgeving als de<br />
woning en zijn directe omgeving. Een duurzame woonomgeving<br />
voldoet minstens aan volgende criteria:<br />
1. het wonen is energiezuinig en ecologisch verantwoord<br />
2. werk en voorzieningen zijn goed bereikbaarheid<br />
3. er is <strong>een</strong> goede ontsluiting met hoogwaardig<br />
openbaar vervoer<br />
4. het wonen is betaalbaar<br />
5. er is voldoende kwalitatieve open en groene ruimte<br />
6. de woning en zijn omgeving zijn van <strong>een</strong> goede architecturale<br />
en stedenbouwkundige kwaliteit.<br />
Ecologie<br />
(groen, water,<br />
landbouw)<br />
Energiezuinigheid & ecologie<br />
Bereikbaarheid<br />
werk en<br />
voorzieningen<br />
armatuur’ voor Vlaanderen en anderzijds in nieuwe duurzame<br />
woonomgevingen. Hierin kan ook ruimte zijn voor meer specu<br />
latief ontwerpend onderzoek, dat buiten de traditionele<br />
denkkaders treedt en zo nieuwe ideeën ingang kan doen<br />
vinden in het beleid. Hierbij is het belangrijk de relatie met de<br />
mechaniek van de woonproductie niet uit het oog te verliezen.<br />
Dit hangt als overkoepelend mechanisme boven de verstedelijking,<br />
en hierop zal steeds moeten ingegrepen worden<br />
om <strong>een</strong> ruimtelijke trendbreuk daadwerkelijk te verwezenlijken,<br />
en niet te vervallen in utopische denkoefeningen.<br />
Voor we <strong>een</strong> exploratieve oefening doen van <strong>een</strong> duurzame<br />
armatuur, kijken we eerst nog naar de bestaande ruimtelijke<br />
context van gelijkmatig gespreide verstedelijking. Het onderzoek<br />
van onder andere het Steunpunt Ruimte en Wonen geeft<br />
aanleiding tot <strong>een</strong> andere lectuur van de ruimtelijke context<br />
dan louter <strong>een</strong> indeling in stedelijk gebied en buitengebied<br />
waarvan het RSV vertrekt. We bekijken de bestaande situatie<br />
in detail omdat dit hoe dan ook het uitgangspunt is voor<br />
<strong>een</strong> trendbreukscenario. Tot slot wordt de aanzet voor <strong>een</strong><br />
duurzame armatuur op basis van woonomgevingskwaliteiten,<br />
geïllustreerd met <strong>een</strong> aantal zooms op concrete plekken.<br />
Betaalbaarheid<br />
Kwalitatieve<br />
mobiliteitsinfrastructuur<br />
Architecturale en<br />
stedenbouwkundige kwaliteit<br />
fig 2.2 Criteria van <strong>een</strong> kwalitatieve woonomgeving.<br />
In de kwalitatieve benadering staan de woonomgevingsschaal<br />
en de planningsschaal in nauw verband met elkaar. Retorisch<br />
zouden we kunnen stellen dat de mechaniek van de woonproductie<br />
op het kleinste schaalniveau leidt tot <strong>een</strong> dominantie<br />
van het ‘verkavelingsmodel’. Op het hoogste schaalniveau<br />
staat dit in relatie tot het gelijkmatig gespreid verstedelijkingspatroon<br />
(fig. 2.3). Een concreet voorbeeld dat illustreert hoe<br />
de logica van gelijkmatig gespreide verstedelijking het beleid<br />
domineert is het sociaal bindend objectief zoals bepaald in het<br />
Decreet Grond- en Pandenbeleid. Dit voorziet de bouw van<br />
65.000 bijkomende sociale woningen volgens de idee dat er<br />
in elke gem<strong>een</strong>te <strong>een</strong> gelijk aanbod moet bestaan. Dit betekent<br />
dat er bijkomend gebouwd moet worden in gem<strong>een</strong>ten<br />
die vandaag <strong>een</strong> laag aanbod hebben in plaats van uit te gaan<br />
van sociaal duurzame criteria zoals <strong>een</strong> goede bereikbaarheid<br />
van werk en voorzieningen en de aanwezigheid van openbaar<br />
vervoer (fig 2.4).<br />
Een trendbreuk in de ruimtelijke ontwikkeling van het wonen<br />
vertaalt zich in <strong>een</strong> nieuwe relatie tussen de woonomgevingsschaal<br />
en de Vlaamse schaal. Op schaal van Vlaanderen<br />
moet er <strong>een</strong> alternatief gevonden worden voor het gelijkmatige<br />
gespreide verstedelijkingspatroon. Een aantal sturende<br />
systemen en ruimteclaims zoals landbouw, energie of groene<br />
ruimte, zullen de verdere verstedelijking van Vlaanderen<br />
bepalen en dit kan vervolgens het ontwerp van de woonomgevingen<br />
sturen. Dit resulteert in <strong>een</strong> visie van Vlaanderen<br />
niet als homog<strong>een</strong> territorium waar overal dezelfde woonomgevingen<br />
worden gebouwd, maar in <strong>een</strong> Vlaanderen dat<br />
samengesteld is als <strong>een</strong> patchwork van verschillende woonomgevingskwaliteiten.<br />
Beide schaalniveaus kunnen beschouwd worden als<br />
ontwerp opgaven, die in <strong>een</strong> vervolgtraject verder uitgewerkt<br />
kunnen worden in enerzijds <strong>een</strong> framework of <strong>een</strong> ‘duurzame<br />
Fig 2.3 Een ruimtelijke trendbreuk van verkavelingsmodel in relatie tot model van gelijkmatig<br />
gespreide verstedelijking (boven) naar duurzame woonomgevingen in relatie tot <strong>een</strong><br />
duurzame verstedelijking op schaal van Vlaanderen.<br />
Fig 2.4 Sociaal bindend objectief voor sociale huurwoningen in relatie tot de spoorwegennetwerk.<br />
Het sociaal bindend objectief voorziet <strong>een</strong> inhaalbeweging voor gem<strong>een</strong>ten<br />
met <strong>een</strong> te laag aandeel. Dit komt over<strong>een</strong> met de rode en oranje gem<strong>een</strong>ten, die op veel<br />
plaatsen slecht ontsloten zijn door het spoorwegennetwerk.