08.10.2020 Views

Naar een visionaire woningbouw

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

119<br />

BIJLAGEN<br />

4.1 Inventaris van<br />

Beleidsknelpunten<br />

Hierna volgt <strong>een</strong> inventaris van de verschillende beleidsknelpunten<br />

zoals deze werden opgetekend tijdens de gesprekken<br />

met de lokale actoren en tijdens de workshops. Ze zijn<br />

gestructureerd in <strong>een</strong> reeks categorieën. Veel van deze<br />

punten werden ook rechtstreeks of onrechtstreeks verwerkt<br />

in de studie.<br />

— KNELPUNTEN BIJ HET<br />

BELEIDSINSTRUMENTARIUM<br />

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />

Door verschillende actoren werd gewezen op de tekortkomingen<br />

van het RSV. Voor <strong>een</strong> grondige evaluatie kan verwezen<br />

worden naar de studie “Evaluerend onderzoek naar<br />

de effectiviteit van de uitvoering van het ruimtelijk beleid in<br />

Vlaanderen”. Een opgemerkte commentaar is dat het RSV er<br />

in geslaagd is de grote lijnen uit te zetten, zoals bijvoorbeeld<br />

de vrijwaring van de grote open gebieden, maar dat binnen<br />

het buitengebied het RSV te veel los staat van de feitelijke<br />

realiteit. Als voorbeeld kan de statistische berekening van<br />

woningcontingenten volgens het principe van de hiërarchie<br />

der kernen, aangehaald worden. Dit houdt g<strong>een</strong> rekening met<br />

het ruimtelijk potentieel op het terrein en houdt onvoldoende<br />

rekening met de relatie tussen wonen en andere sectoren<br />

zoals mobiliteit of typologie.<br />

Decreet grond-en pandenbeleid<br />

De evaluatie van dit decreet valt buiten het bestek van deze<br />

studie, maar tijdens de interviews werd geregeld gewezen<br />

op de tekortkomingen van dit decreet. Het wordt algem<strong>een</strong><br />

als positief beschouwd dat het decreet <strong>een</strong> sociaal bindend<br />

objectief vastlegt en <strong>een</strong> termijn om dit te realiseren. Dit<br />

betekent <strong>een</strong> trendbreuk met het verleden. Daartegenover<br />

staat dat het in het algem<strong>een</strong> ervaren wordt als onduidelijk,<br />

waardoor voortdurend aanvullingen en bijsturingen noodzakelijk<br />

zijn. Het decreet zou moeilijk maatwerk toelaten,<br />

gezien het sterk afhankelijk is van sociale huisvestingsmaatschappijen<br />

en het VMSW en het zou appartementen bevoordelen<br />

boven grondgebonden woningen. Voor actoren betrokken<br />

bij de woonproductie stelt het decreet operationele<br />

problemen en op investeerders zou het <strong>een</strong> afschrikkingseffect<br />

hebben. Hier wordt dan vaak de verplichte bouw van<br />

20% sociale woningen in grotere bouwprojecten aangehaald.<br />

Dit verhoogt de kostprijs van de niet-sociale woningen, en<br />

de andere regelgeving en normering van sociale huisvesting<br />

kan leiden tot <strong>een</strong> zekere mate van segregatie van de sociale<br />

woningen.<br />

Er werd ook gewezen op perverse effecten van het decreet.<br />

Gem<strong>een</strong>ten spreken bijvoorbeeld de Provincie aan voor het<br />

aansnijden van woonuitbreidingsgebieden met als motivatie<br />

het sociaal bindend objectief. Hier wordt het dus gebruikt als<br />

argument om meer open ruimte aan te snijden.<br />

Energieprestatieregelgeving<br />

Het is vandaag <strong>een</strong> evidentie dat er energiezuinig moet<br />

gebouwd worden. Europa bepaalt zelfs dat tegen 2020 elke<br />

nieuwe woning passief moet zijn. Echter belast dit de betaalbaarheid<br />

van de aankoop en de bouw van woningen terwijl in<br />

werkelijkheid de betaalbaarheid van het verbruik aanzienlijk<br />

verbetert. Er moet daarom onderzocht worden hoe de besparing<br />

in verbruik kan doorwerken in de huidige betaalbaarheid<br />

van <strong>een</strong> koop- of huurwoning.<br />

— RUIMTELIJKE EN STEDENBOUW-<br />

KUNDIGE BELEIDSKNELPUNTEN<br />

<br />

Beschikbare bouwpercelen komen niet<br />

op de markt<br />

Het theoretisch juridisch aanbod aan bouwmogelijkheden in<br />

woonzone en reservegebied bedraagt rond 1.169.000 verdeeld<br />

over 410.000 percelen – deze cijfers werden naar beneden<br />

bijgesteld in de VRIND 2010 waar sprake is van 345,509<br />

onbebouwde percelen – wat ruim voldoende is om aan de<br />

toekomstige vraag te voldoen. Toch zijn er indicaties dat er<br />

schaarste is en er dus niet voldoende percelen op de markt<br />

komen. Eén van de redenen hiervoor is dat bijna 80% in<br />

handen is van particulieren die minder geneigd zijn de grond<br />

te ontwikkelen, maar deze bijvoorbeeld in bezit houden als<br />

investering voor kinderen of kleinkinderen. Verschillende<br />

actoren pleiten voor <strong>een</strong> beleid dat het op de markt brengen<br />

van gronden stimuleert. In feite komt dit er op neer dat de<br />

overheid leegstaande percelen belast, <strong>een</strong> mogelijkheid die<br />

het Decreet Grond-en Pandenbeleid biedt maar die vandaag<br />

wordt doorgeschoven naar de gem<strong>een</strong>tes die er g<strong>een</strong> gebruik<br />

van maken.<br />

Onderbezetting en woningwissels<br />

In Vlaanderen, waar ongeveer 75% van de huishoudens<br />

eigenaar is van zijn woning, komt het wisselen van woning<br />

vandaag weinig voor. Toch zou dit <strong>een</strong> oplossing kunnen zijn<br />

voor de vele onderbezette woningen (59% volgens sommige<br />

cijfers). Met het stimuleren van woningwissels kan <strong>een</strong><br />

capaciteitsverhoging bereikt worden waardoor het vermeden<br />

kan worden om onnodig nieuwe ruimte aan te snijden voor<br />

wonen. Het aanmoedigen van woningwissels zou kunnen<br />

gestimuleerd worden door het beleid. Er kan opgemerkt<br />

worden dat de overdraagbaarheid van registratierechten <strong>een</strong><br />

bestaande maatregel is, die hieraan bijdraagt.<br />

Bouwreglementering laat verdichting<br />

verkavelingen niet toe<br />

Reglementering laat wel toe dat de dorpskernen ‘verappartementiseren’<br />

maar de verdichting van de verkavelingszones<br />

en de bouw van nieuwe typologieën rond de dorpskernen<br />

is niet mogelijk door de bouwverordeningen (zie punt 1.3 van<br />

de studie).<br />

Permanente bewoning van weekendverblijven<br />

en campings<br />

Deze evolutie, waarbij gebieden in recreatiegebied die ingericht<br />

zijn voor tijdelijke verblijf permanent bewoond worden<br />

door mensen met <strong>een</strong> beperkt inkomen, stelt <strong>een</strong> belangrijke<br />

uitdaging voor het beleid. Worden deze woongebieden geregulariseerd<br />

en getransformeerd in woonzone? Of worden ze<br />

gesaneerd en kunnen de bewoners ergens anders gehuisvest<br />

worden?<br />

Bouwgroepen en co-housing<br />

Deze vorm van wonen wordt momenteel niet aangestuurd<br />

vanuit het beleid, hoewel ze <strong>een</strong> antwoord kan bieden op <strong>een</strong><br />

aantal uitdagingen, zowel in stedelijk gebied als in buitengebied.<br />

In het buitengebied stelt het probleem zich ook dat de<br />

bouwreglementering vaak niet toelaat dat dergelijke woonvormen<br />

zich ontwikkelen.<br />

De kostprijs van mobiliteit<br />

Mobiliteit is vandaag zo goedkoop in Vlaanderen dat dit pendelen<br />

en suburbanisatie aanmoedigt. Het afschaffen van de<br />

subsidies voor woon-werkverkeer is <strong>een</strong> beleidsmaatregel die

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!