Naar een visionaire woningbouw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
76<br />
NAAR EEN VISIONAIRE WONINGBOUW<br />
2.4 Aanzet voor <strong>een</strong> duurzame<br />
armatuur op basis van<br />
woonomgevingskwaliteiten<br />
Dit deel is <strong>een</strong> oefening die Vlaanderen tracht in kaart te<br />
brengen op basis van de woonomgevingskwaliteiten. Dit kan<br />
als uitgangspunt dienen voor ontwerpend onderzoek naar<br />
nieuwe woonomgevingen. Een selectie van verschillende<br />
ruimteclaims en systemen die sturend zijn voor de woonomgevingskwaliteit<br />
worden samengebracht in <strong>een</strong> synthesekaart.<br />
Deze oefening vertrekt van het kaartmateriaal dat voor<br />
handen is. Volgende systemen werden in rekening gebracht:<br />
het productief landschap – omvattende landbouw, groene<br />
ruimte en het watersysteem –, mobiliteit, tewerkstelling &<br />
voorzieningen en betaalbaarheid. Dit is zeker g<strong>een</strong> volledige<br />
benadering en zou bijvoorbeeld nog aangevuld kunnen worden<br />
met energie.<br />
Landbouw<br />
Voedselproductie is <strong>een</strong> belangrijke ruimteclaim die mee<br />
bepaalt waar we (niet) kunnen bouwen. Volgens VRIND<br />
neemt landbouw in 2009 <strong>een</strong> totale oppervlakte van<br />
620.161ha in. Hiermee beslaat landbouw 46% van de totale<br />
Vlaamse oppervlakte. Met <strong>een</strong> aandeel van 60% wordt het<br />
grootste deel van deze landbouwoppervlakte ingenomen door<br />
weiden, grasland en voedergewassen, wat wijst op het belang<br />
van rundveehouderij. Akkerbouw zelf beslaat <strong>een</strong> aandeel<br />
van 31%. Tuinbouw neemt slechts 8% in van het areaal<br />
waarvan de helft wordt gebruikt voor groenteteelt, fruitteelt<br />
neemt <strong>een</strong> derde in en de resterende oppervlakte wordt<br />
gebruikt voor de sierteelt. Algemene tendens in de landbouw<br />
in Vlaanderen sinds enkele jaren is <strong>een</strong> schaalvergroting van<br />
de landbouwbedrijven, wat gepaard gaat met het verdwijnen<br />
van de kleinere landbouwbedrijven (het aantal bedrijven<br />
daalde met 28% tussen 2000 en 2009).<br />
De landbouwkaart toont alle landbouw in Vlaanderen (kaart<br />
2.2). De donkergele gebieden zijn de traditionele rurale<br />
gebieden waar het plattelandsontwikkelingsbeleid op inzet.<br />
Daarnaast toont deze kaart dat landbouw sterk versnipperd<br />
ligt over heel Vlaanderen, zowel in wat we tussengebied kunnen<br />
noemen als binnen stadsregio’s.<br />
Groene ruimte<br />
Groene ruimte kent verschillende verschijningsvormen in<br />
stadsregio’s, tussengebied en platteland. Dit varieert van<br />
privaat en kleinschalig groen (tuinen) tot publiek en grootschalig<br />
groen (bossen, natuurgebieden, parken,…). Het zijn<br />
enerzijds belangrijke ruimteclaims die de bebouwbare ruimte<br />
voor wonen inperken en anderzijds is groene ruimte <strong>een</strong><br />
essentiële woonomgevingskwaliteit die op kleiner schaalniveau<br />
dient geïntegreerd te worden.<br />
Het beleid zet sterk in op <strong>een</strong> gebiedsgerichte aanpak waarbij<br />
<strong>een</strong> van de belangrijkste maatregelen de ontwikkeling<br />
van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal<br />
Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) is. Het RSV<br />
en het Natuurdecreet voorzien in de afbakening van 125.000<br />
hectare VEN, 150.000 ha IVON en dan nog in <strong>een</strong> onbepaalde<br />
oppervlakte natuurverbindingsgebied in overdruk. Eind 2008<br />
was 70% van het VEN en 1% van het IVON afgebakend. Een<br />
andere beleidskeuze is in te zetten op stadsrandbossen. Het<br />
Pact 2020 stelt dat tegen 2020 minstens de helft van de stedelijke<br />
en kleinstedelijke gebieden over <strong>een</strong> stadsbos moet<br />
beschikken (of er <strong>een</strong> opgestart moet hebben). Begin 2010<br />
waren er 16 stadsbosprojecten opgestart binnen 57 stedelijke<br />
gebieden.<br />
Traditioneel zet het beleid in op plattelandsontwikkeling<br />
in gebieden die gekenmerkt worden als ruraal gebied zoals<br />
de Westhoek, het Meetjesland, de Vlaamse Ardennen,<br />
het Pajottenland, delen van de Kempen, het Hageland en<br />
Haspengouw (fig. 2.12). Zoals eerder aangehaald worden<br />
deze traditionele plattelandsgebieden gekenmerkt door<br />
specifieke rurale woonomgevingen met zeer specifieke<br />
uitdagingen. Naast deze traditionele, zeer gebiedsgerichte<br />
aanpak, moet er nagedacht over de rol van landbouw buiten<br />
het traditionele plattelandsgebied. Welke rol krijgt landbouw<br />
in het tussengebied en binnen stadsregio’s en hoe draagt dit<br />
bij aan de kwaliteit van de woonomgevingen hier?<br />
Fig. 2.13 Evolutie van de oppervlakte natuur, bos en overig groen op de gewestplannen<br />
of ruimtelijke uitvoeringsplannen ten opzichte van 1994, van 1999 tot 2009, in ha.<br />
Bron: VRIND 2010.<br />
Fig. 2.12 Kaart LEADER gebieden. LEADER staat voor ‘Liaisons Entre Actions de<br />
Développement de l’Economie Rurale. Dit is <strong>een</strong> Europees subsidiëringsprogramma voor<br />
Plattelandsontwikkeling.<br />
Bron: VLM, uit Programma voor Plattelandsontwikkeling 2007-2013.<br />
Kaart 2.3 met de groene ruimte toont in donkergroen de<br />
voornaamste grote groene gebieden, bossen, natuurgebieden<br />
en VEN gebieden. Deze groene ruimte is dominant aanwezig<br />
in het Noord-Oosten van België. Dit soort groengebieden<br />
hebben <strong>een</strong> sterke recreatieve waarde. Het lichtgroen<br />
is al de resterende groene ruimte die niet is ingenomen door<br />
bebouwing, landbouw, infrastructuur of andere functies. Er<br />
wordt hierin g<strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen publiek of<br />
privaat groen. Deze groene ruimte ligt duidelijk versnipperd<br />
over heel België, met sterke concentraties in bepaalde delen<br />
van het tussengebied. Vaak ligt deze verscholen achter<br />
dichtgebouwde linten zodat de aanwezigheid van dit groen<br />
vaak minder voelbaar aanwezig is. Dit versnipperd groen<br />
biedt <strong>een</strong> enorme landschappelijke meerwaarde. De opgave<br />
bestaat er in dit groen in te zetten als structurerend systeem<br />
van woonomgevingen en duurzaam te verweven met<br />
de bebouwde ruimte.