Naar een visionaire woningbouw
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
13<br />
BESTAANDE MECHANIEK VAN DE VLAAMSE WOON PRODUCTIE<br />
1.1 Drieledig interpretatiekader<br />
Dit eerste deel beschrijft de mechaniek van de bestaande<br />
Vlaamse woonproductie. Deze wordt geïnterpreteerd als<br />
zijnde opgebouwd uit drie onderdelen of velden, die via complexe<br />
interacties met elkaar in verband staan. De verschillende<br />
actoren kunnen hier hun plaats in vinden. Dit interpretatieschema<br />
is het resultaat van literatuuronderzoek, de<br />
interviews en de workshops. Deze drie onderdelen zijn:<br />
1. Het beleid, in de ruime zin. Dit ontwikkelt <strong>een</strong> visie op<br />
het territorium en de gewenste ontwikkeling van het wonen.<br />
Dit formaliseert zich in beleidsdocumenten zoals het Woonbeleidsplan,<br />
het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, het<br />
decreet Grond-en Pandenbeleid,… en vertaalt zich in <strong>een</strong> aantal<br />
beleidsinstrumenten. De actoren zijn de verschillende overheden<br />
gaande van het federale tot het gem<strong>een</strong>telijke niveau.<br />
2. De woonproducten en typologieën. Dit gaat over de<br />
concrete ruimtelijke vertaling van het wonen op niveau van<br />
de woon<strong>een</strong>heid of groep van woon<strong>een</strong>heden en de omgeving<br />
waarin deze zich bevinden (‘woonomgeving’). De belangrijkste<br />
actoren zijn hier vandaag de opdrachtgevers of klanten in<br />
plaats van ontwerpers. Ook overheden spelen via regelgeving<br />
<strong>een</strong> zekere rol in dit veld.<br />
3. Het operationele kader duidt de mechanismen en constellaties<br />
aan waarmee de <strong>woningbouw</strong>productie in de praktijk<br />
wordt gebracht. De belangrijkste actoren zijn hier de producenten<br />
van <strong>woningbouw</strong>, zowel privaat (particulieren, ontwikkelaars,<br />
promotoren,…) als publiek (sociale huisvestingsmaatschappijen,<br />
stadsontwikkelingsbedrijven, intercommunales).<br />
Deze mechaniek kan geïllustreerd worden met concrete voorbeelden.<br />
Kijken we bijvoorbeeld naar de sociale huisvesting<br />
dan kunnen de drie velden als volgt geduid worden:<br />
1. In het Grond- en Pandendecreet formuleert de<br />
Vlaamse Overheid de ambitie om tegen 2020 in totaal 43.000<br />
nieuwe sociale huurwoningen, 21.000 sociale koopwoningen<br />
en 1000 sociale kavels te voorzien. Hiertoe worden <strong>een</strong> aantal<br />
instrumenten voorzien. Hierbij wordt uitgegaan van het principe<br />
van <strong>een</strong> gelijkmatig gespreid aanbod wat betekent dat<br />
gem<strong>een</strong>ten met minder sociale woningen dan het gemiddelde<br />
voor <strong>een</strong> inhaalbeweging staan.<br />
2. De woonproducten in de sociale <strong>woningbouw</strong> kennen<br />
<strong>een</strong> ruime verscheidenheid gaande van vrijstaande woningen,<br />
rij- en koppelwoningen tot gegroepeerde en gestapelde<br />
WOON<br />
PRODUCTEN<br />
Verkavelingen<br />
Fermette<br />
Rijwoning<br />
Woontoren<br />
Jumbofermette<br />
…<br />
BELEID<br />
Fig. 1.1 Schema van de mechaniek van de <strong>woningbouw</strong>productie.<br />
RSV<br />
Decreet Gronden<br />
Panden beleid<br />
Woonbeleid<br />
Fiscaliteit<br />
…<br />
OPERATIONEEL<br />
KADER<br />
Private markt<br />
Sociale <strong>woningbouw</strong><br />
Stadsontwikkelingsbedrijven<br />
…<br />
<strong>woningbouw</strong>. Onafhankelijk van de typologie worden ze<br />
allemaal genormeerd door het ABC van de Vlaamse Maatschappij<br />
voor Sociaal Wonen (VMSW).<br />
3. De VMSW en 93 sociale huisvestingsmaatschappijen<br />
staan in voor de bouw van sociale woningen in overleg met<br />
de lokale besturen. In het kader van het Decreet Grond-en<br />
Pandenbeleid moeten nu ook private projecten van <strong>een</strong><br />
zekere omvang <strong>een</strong> deel sociale woningen voorzien. Hier kan<br />
de private ontwikkelaar zelf instaan voor de bouw van sociale<br />
woningen of samenwerken met <strong>een</strong> SHM. Ondanks deze<br />
maatregel is het duidelijk dat er nog bijkomende inspanningen<br />
nodig zullen zijn om de doelstellingen te halen.<br />
Een historisch voorbeeld is de wet De Taeye. Deze wet was<br />
verantwoordelijk voor één derde van de nieuwbouw woningen<br />
na WOII en was bepalend voor het uitzicht van België zoals<br />
we dat vandaag kennen:<br />
1. De wet De Taeye wilde de verwerving of de bouw van<br />
<strong>een</strong> eigen woning aanmoedigen door middel van <strong>een</strong> premie<br />
of <strong>een</strong> lening met staatswaarborg. De katholieke wet moedigde<br />
de bouw van <strong>een</strong>gezinswoningen buiten de stad aan en<br />
was zo <strong>een</strong> belangrijke stimulans voor de suburbanisatie.<br />
2. Een De Taeye-woning diende te voldoen aan <strong>een</strong> aantal<br />
criteria met betrekking tot oppervlakte, bestemming en<br />
uitrusting van de ruimten. Renaat Braem zei in <strong>een</strong> artikel uit<br />
1954 over deze woningen: ‘Het is zelfs met goeden wil, zeer,<br />
zeer moeilijk onder de duizenden nieuwe De Taeye-woningen<br />
er enkele te ontdekken en als werken van Architektuur te<br />
beschouwen’.<br />
3. De wet ging uit van het individuele opdrachtgeverschap<br />
en traditionele bouwmethoden. Ze kreeg dan ook de<br />
kritiek van ‘moderne’ architecten dat technologische vooruitgang<br />
door middel van standaardisatie en prefabricatie niet<br />
gestimuleerd werd.<br />
Er kan opgemerkt worden dat dit schema op verschillende<br />
schaal- en beleidsniveaus van toepassing is. Hierna gaan we<br />
dieper in op elk van de drie onderdelen van de mechaniek van<br />
de <strong>woningbouw</strong>productie.<br />
Fig. 1.2 Voorbeeld van <strong>een</strong> De Taeye woning. Uit: VAN HERCK,<br />
“Wonen in Welvaart”.