13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE HERVORMING VAN DE BELGISCHE VERZORGINGSSTAAT: EEN KRONIEKgeleidelijk over een periode van dertien jaar, op te trekken tot dat deze gelijk wasaan deze van de mannen.Eén belangrijke vernieuwing deed zich op regionaal niveau voor: het VlaamsGewest voerde in maart 1999 de zorgverzekering in. Zo ontstond niet alleen eennieuwe tak in de sociale zekerheid, maar er werd ook een precedent geschept: eenvan de Belgische gewesten ontwikkelde een socialeverzekeringsprogramma. Eenverrassende ontwikkeling aangezien de sociale zekerheid nog steeds een federalebevoegdheid was; de organisatie van de zorg was wel een regionale bevoegdheid.Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beslissing van de Vlaamse regering in deandere Belgische gewesten aanleiding gaf tot een zekere mate van verzet. DezeVlaamse verzekering, die door verplichte verzekeringspremies wordt gefinancierd,was voor alle inwoners van Vlaanderen verplicht: het was een universele verzekering.Zowel de ziekteverzekering als een aantal erkende privéverzekeringsmaatschappijenwerden bij het beheer van de verzekering betrokken.4.4. SAMENVATTINGDe rooms-rode Regeringen-Dehaene I en II (1992-1999) steunden op de principesvan sociale dialoog, om te komen tot een zo breed mogelijke sociaaleconomischeconsensus voor de verwezenlijking van de sociaaleconomische hervormingen. In dejaren negentig was een driepartijendialoog noodzakelijk om vorderingen te maken.Oplossingen voor complexe problemen op een sociaaleconomisch niveau kondenmaar worden gevonden toen de regering bij de gesprekken werd betrokken. Alleswas onderling gekoppeld: spreken over werkgelegenheid was spreken over loonvorming;spreken over kostenvermindering was spreken over financiering van desociale zekerheid. Tegelijkertijd waren de sociale partners afhankelijk van de regeringwilden ze de nodige financiële marges creëren om de dialoog te “smeren”.Wanneer er echter geen marges of besparingen moesten worden gerealiseerd, verliepde dialoog zeer stroef en dreigde hij zelfs op een dood spoor terecht te komen.Bovendien keurden de grootste twee vakbonden van de katholieke en socialistischezuil een totaal andere versie goed. Het christelijke ACV was eerder geneigd om hetmodel met dialoog en werkgelegenheid te behouden, terwijl het socialistischeABVV meer opkwam voor en bekommerd was om de loonontwikkeling. Ook opnationaal niveau waren er bij beide vakbonden grote verschillen tussen de standpuntenvan hun centrale leiding, die bij de onderhandelingen betrokken was, en dievan hun sectorale groeperingen. Interne verschillen kwamen ook voor bij de werkgevers.In de praktijk lieten de sociale partners het liever aan de sectoren over omde onderhandelingen over loonvoorwaarden te voeren. Bovendien werden deonderhandelaars door hun achterban vaak tot de orde geroepen en bijgevolg haddenze slechts een relatief beperkte volmacht om te onderhandelen. In plaats vaneen centrale dialoog voerden de regering en de leiders van de sociale partners eenpragmatische en informele dialoog. Tot slot was de regering genoodzaakt om zelf de427

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!