13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>2. DE INSTITUTIONELE REGELINGEN – WEERSPIEGELINGEN VAN DE NAOORLOGSECOMPROMISSENIn 1944 wilde de Franse regering van de “Union nationale” de sociale beschermingveralgemenen en komen tot een universele en eenvormige dekking van de helebevolking (Beveridgeaanse doelstellingen). Niettemin heerste er in die periode eenuitgesproken wantrouwen ten overstaan van een staatsoplossing voor de socialebescherming die zou uitgaan van groepen die reeds toegang hadden tot specifiekesocialeverzekeringsregelingen, van de arbeidersbeweging en zelfs van hogeambtenaren die bepaalde corporatistische standpunten deelden. We denken hierbijaan Pierre Laroque, grondlegger van de Franse sociale zekerheid (Merrien, 1990).Daarom werd besloten om zich te beperken tot een socialeverzekeringskader datgelinkt was aan de werkgelegenheid, in plaats van te kiezen voor een universeelstelsel dat door de staat wordt beheerd. Het Franse stelsel is gebaseerd op een compromistussen Beveridgeaanse doelstellingen en Bismarckiaanse middelen.2.1. DE RECHTEN: SOCIALE RECHTEN VOOR WERKNEMERS EN HUN GEZINWat de oprichters van de sociale zekerheid in het midden van de jaren 1940vooral wilden bereiken, was de economische en sociale integratie van de arbeidersklasse,teneinde elke revolutionaire beweging – in een land waar de communistischepartij bij de algemene verkiezingen nagenoeg 25% van de stemmen haalde – inde kiem te smoren. Daarom ontwikkelden ze een socialeverzekeringsstelsel voor dewerknemers van de privésector (de “algemene socialezekerheidsregeling”). In deloop van de jaren die volgden, werd de sociale bescherming verruimd met alsmaarmeer vergelijkbare, maar toch verschillende en specifieke programma’s (“regelingen”)voor andere beroepsgroepen. Toen in 1978 een wet werd uitgevaardigd diede sociale zekerheid tot de volledige bevolking veralgemeende, was de socialebescherming in hoofdzaak gebaseerd op de beroepsstatus en bestemd voor wiesociale bijdragen betaalde. Indirecte sociale rechten werden toegekend aan degezinsleden van de (meestal mannelijke) werknemer (echtgenote en kinderen wordenals “rechthebbenden” beschouwd).2.2. DE UITKERINGEN: CONTRIBUTIEVE UITKERINGEN GERICHT OP INKOMENSBEHOUDHet stelsel moest in de eerste plaats inkomenszekerheid bieden aan de werknemers(“de zekerheid van morgen garanderen”). Derhalve werden de sociale voordelenontworpen in de vorm van uitkeringen die in verhouding stonden tot het vroegereinkomen. In het begin van de jaren 1980 bestond 70% van de uitgaven voor socialezekerheid uit uitkeringen, gelinkt aan het voorafgaandelijk betalen van bijdragen(IRES, 1983).374

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!