13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE HERVORMINGEN VAN DE VERZORGINGSSTAAT IN DUITSLANDof stilzwijgende consensus tot stand kon worden gebracht. De meest betekenisvollestructurele hervormingen, naar aanleiding van paradigmawijzigingen, vonden plaatsna het jaar 2000 en leverden daarmee gepaard gaande effecten op voor burgers diede verzorgingsstaat financieren of er sociale uitkeringen van trekken.De institutionele heroriëntering van de Duitse socialeverzekeringsstaat heeft geencoherent schema voor een “nieuwe verzorgingsstaat” gevolgd. De contouren vaneen nog onvoltooide “post-Bismarckiaanse” verzorgingsstaat – een hybride van hetAngelsaksische en Scandinavische model – zijn desondanks herkenbaar. Verschillendeelementen getuigen van een ommezwaai naar het liberale model: lagereniveaus van inkomenszekerheid via de verplichte stelsels, vergezeld van eisen totzelfverantwoordelijkheid en meer privévoorzieningen, groter vertrouwen in middelengetoetsteuitkeringen en strengere activeringsmaatregelen. Activering is ook eencentraal kenmerk van het Scandinavische beleidsconcept, maar belangrijkere hervormingstendensenin verband met dat model zijn: uitbreiding van de financieringdoor de belastingen (voornaamste strekking van de hervormingsinspanningen) enmeer uitgaven voor op het gezin gerichte diensten. Bijgevolg zou de transformatievan de “Bismarckiaanse” verzorgingsstaat in Duitsland kunnen neerkomen op een(in het beste geval) “geen-winst-geen-verliessituatie”: wat gezinnen als ouders winnen,verliezen ze als loontrekkenden (hogere socialeverzekeringsbijdragen en uitgavenvoor privévoorzieningen) of wanneer ze geen betaalde arbeid meer verrichten,d.w.z. als ze werkloos of gepensioneerd zijn.Het grote publiek waardeerde wel de uitbreiding van het gezinsbeleid, maar hadeen grote afkeer van de hervorming van het arbeidsmarktbeleid. Dat werd immersals een bedreiging ervaren, niet alleen door de huidige werklozen, maar ook door de(lagere) middenklasse. Voor de wetgeving inzake de opmerkelijke Hartz-hervormingenbetaalden de sociaaldemocraten dan ook een hoge politieke prijs. Een forfaitaireuitkering voor langdurig werklozen vond bij een grote meerderheid van de bevolkinggeen genade, omdat ze de gevestigde noties van sociale gerechtigheid schond(Krömmelbein et al., pp. 123-124, pp. 145-146, p. 176, 2007). De rood-groeneregering was niet bij machte om uit te leggen dat de hervorming meer was danlouter een “bezuiniging” van alleen maar rechten, vergezeld van hardere sancties.Daar komt nog bij dat Hartz IV werd uitgevaardigd op een moment dat devooruitzichten op een verbetering van de arbeidsmarktsituatie weinig rooskleurigwaren (Eichhorst en Sesselmeier, 2007). De tenuitvoerlegging ging met massaprotestgepaard (vooral dan in Oost-Duitsland) en droeg bij tot tal van nederlagenvoor de sociaaldemocraten bij de volgende verkiezingen in de Länder. Uiteindelijkkwamen er in september 2005 vervroegde federale verkiezingen. Verschillendeleden van de linkervleugel keerden hun partij de rug toe en de zwak georganiseerdesplintergroepering (WASG) bundelde de krachten met de (voornamelijk Oost-Duitse) linkse socialisten (PDS). Onder het label Die Linke sleepten ze in 2005 8,7%van de stemmen in de wacht en ze kregen ook in West-Duitsland vaste voet aan wal.363

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!