13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2011</strong>Ten tweede konden dankzij het succes van de voortdurende loonmatiging, die in degetroffen sector het concurrentievermogen bevorderde, meer banen wordengecreëerd in de persoonsgebonden dienstverlening. Dit vertraagde op zijn beurt endeed uiteindelijk het aantal sociale-uitkeringstrekkers dalen. Door het lagere socialeaandeel in het loon kon de Nederlandse regering bijgevolg de overheidsfinanciënbeter aanwenden om, in de jaren negentig, het belasting- en bijdragendeel te verkleinenen het actieve arbeidsmarktbeleid uit te breiden. Ten derde blijkt de tijd vande Nederlandse hervorming van de jaren negentig een periode te zijn waarin decondities werden voorgesteld tot een grotere werkgelegenheid, meer activering,strengere doelbepalingen en minder vrijgevigheid. Het continentale verzekeringsprincipewerd versterkt in de werkloosheidsverzekering en in de uitkeringen voorinvaliditeit – met een striktere dekking, een groter belang van het element arbeidshistorieken van de link tussen de looptijd van de uitkeringen met de arbeidshistoriek.Op zijn beurt leidde dit tot een grotere instroom in de sociale zekerheid, dieondertussen rond het activerings-principe was gereorganiseerd. Niet alleen wordende uitkeringen niet langer berekend op basis van het laatst verdiende loon, dan welop de loongemiddelden, het Nederlandse ouderdomspensioenen bleef ook robuusten stabiel, met een brede dekking in de tweede pijler van het beroepspensioen enhet basisinkomensminimum voor alle ingezetenen in de eerste pijler. Sinds het middenvan de jaren negentig tot slot maakt de arbeidsmarktflexibiliteit integraal deel uitvan de nieuwe beleids-mix voor arbeidsmarktregulering en werd ze in sterke matedoor de sociale partners op prijs gesteld. Samen met de incrementele individualiseringvan het belastingstelsel droeg de “flexicurity”-wetgeving bij tot de “normalisering”van deeltijds werk, dat nu haast een derde van de actieve bevolking omvat.Zowat alle belangrijke Nederlandse hervormingen lijken stevig verankerd te zijn ineen overkoepelende notie van “werkgelegenheidsvriendelijke” verzorgingsstaat.Activering en arbeids-marktdeelname, alsmaar groter arbeidsaanbod (zowel doorvervroegd uittreden aan banden te leggen als door te zorgen voor een grotere participatievan vrouwen aan de arbeidsmarkt) worden gezien als het voornaamste wondermiddelvoor de sociale-uitsluitingsproblematiek. Nu wordt betaald werk door allerelevante beleidsactoren in de Nederlandse beleidseconomie gezien als de te volgenweg bij uitstek om te komen tot persoonlijk welzijn en sociale cohesie, maar hetwordt ook beschouwd als een bijdrage aan de duurzaamheid van een vrijgevige verzorgingsstaat.Wat de karakteristieken van de hervormingsprocessen betreft zijn drie dimensiesvan belang.Eerst en vooral, gezien de grote breuk en derhalve de lastigste hervormingen was erom redenen van politieke legitimiteit de belofte dat zij “het licht op het einde vande tunnel” zouden zijn. Dit was van levensbelang voor de strategie “werk, werk enmeerwerk”. Deze banen beloven moest realistisch zijn als de socialeverzekeringsprogramma’sen de reglementering inzake de bescherming van de werkgelegenheiddrastisch werden hervormd en gekortwiekt. Het Akkoord van Wassenaarbracht achteraf gezien een welwillend positieve feedbackdynamiek teweeg, met472

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!