13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE HERVORMING VAN DE BELGISCHE VERZORGINGSSTAAT: EEN KRONIEKBijgevolg werd in Oostende beslist om de oudste pensioenen, de uitkeringen voorberoepsziekten en de invaliditeitsuitkeringen met 2% te verhogen. Verder werd aangekondigddat er om de twee jaar overleg zou worden gepleegd met de sociale partners,om de link tussen de socialezekerheidsuitkeringen en de welvaart te onderzoeken.In dat opzicht zou rekening worden gehouden met de werkgelegenheid, deevolutie van de lonen en vooral de gevolgen voor de begroting.In 2005 stelde federaal Minister van <strong>Sociale</strong> Zaken Rudy Demotte (PS) een plan voor– “De structurele financiering van de sociale zekerheid in België” – aangaande dealternatieve financiering van de sociale zekerheid door middel van een hervormdesocialezekerheidsbijdrage en een transfer van personenbelasting en vennootschapsbelastingnaar fondsen voor de sociale zekerheid. Dit waren de voornaamste drievoorstellen om de financiering van de sociale zekerheid te hervormen. In ruil daarvooropteerde hij voor lagere socialezekerheidslasten en uitkeringen gelinkt aan dewelvaart. De vakbonden reageerden positief, in tegenstelling tot de coalitiepartners.5.3.5. GeneratiepactIn oktober 2005 probeerde de Regering-Verhofstadt-II om tot een consensus tekomen over het hoger genoemde Generatiepact. De voornaamste doelstelling vandit pact bestond erin, de effectieve pensioenleeftijd en de leeftijd waarop iemand dearbeidsmarkt verlaat, uit te stellen. Uit internationale studies was immers geblekendat de effectieve pensioenleeftijd in België uitzonderlijk laag lag: in 2004 bedroegdie 59,4 jaar.Met de sociale partners werd een consensus gesloten. Het Generatiepact bevatteruim zestig maatregelen betreffende het einde van de loopbaan, de werkgelegenheiden de sociale zekerheid. De geleidelijke verhoging van de minimumleeftijdvoor vervroegde uittreding – van dan af 60 jaar – zou zo een symbolische waardekrijgen. Bij de werkenden tussen de 50 en de 65 jaar oud was slechts 6,5% met vervroegdpensioen. De meeste werkenden ouder dan 50 zaten in feite in een brugpensioenstelsel(ambtenaren) of in het stelsel voor oudere werklozen of ze warenarbeidsonbekwaam. Bovendien had de Regering-Dehaene II de brugpensioenleeftijdin 1996 al met twee jaar verhoogd, maar dat had weinig effect.Net zoals in de jaren negentig stuitten de vakbondsonderhandelaars op verzet vanhun achterban, vooral dan in de sterke sectorgroeperingen. Er volgden een nationalestaking en een betoging, waarbij 100.000 deelnemers protesteerden, in de eersteplaats tegen de verhoging van de brugpensioenleeftijd, maar ook vóór meer banenvoor jongeren. Deze grootschalige mobilisatie werd voor een stuk verklaard doorhet feit dat het generatiepact gevolgen had voor de sectorakkoorden en ondernemingsovereenkomstenen dus ook voor de praktische planning van de loopbanenvan de werkenden. De regering verklaarde echter dat de maatregelen niet veranderdzouden worden en dat alleen over de voorwaarden nog kon worden onderhandeld.439

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!