13.07.2015 Views

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2011 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE HERVORMING VAN DE BELGISCHE VERZORGINGSSTAAT: EEN KRONIEK2.1. EEN WETTELIJK INGESTELDE SOCIALEMARKTECONOMIEDe onderhandelaars over de ontwerpovereenkomst hechtten veel belang aan gecentraliseerdoverleg tussen de voornaamste werkgevers- en werknemersorganisaties,de zogenaamde “sociale partners”, en wilden dit overleg vooral ook institutionaliseren.De sociale partners en hun overlegprocedure werden gezien als de drijfveer vande verzorgingsstaat, terwijl de staat duidelijk naar een tweede plaats werd verwezen.De ontwerpovereenkomst kondigde aan dat na de oorlog twee gespecialiseerdeoverlegorganen zouden worden opgericht, gebaseerd op een gelijke vertegenwoordigingvan vertegenwoordigers van de voornaamste werkgevers- en werknemersorganisaties.En inderdaad, reeds in 1944 werd de ‘Algemene Paritaire Raad’ opgericht,de latere ‘Nationale Arbeidsraad’, met als bevoegdheid de werkomstandighedente bepalen. In 1948 werd een tweede overlegorgaan in het leven geroepen: de‘Centrale Raad voor het Bedrijfsleven’, die adviserende bevoegdheden kreeg vooralles wat het economische beleid aanging. Beide raden zijn dus gespecialiseerdeoverlegorganen en zijn beide gebaseerd op gelijke vertegenwoordiging. Om hunonafhankelijkheid te waarborgen, werden deze raden bovendien georganiseerd alspubliekrechtelijke instellingen. Samen beheerden zij voor een groot stuk de naoorlogseeconomie van het land en beide spelen ze ook vandaag nog een centrale rol.Vooral de Nationale Arbeidsraad had en heeft veel invloed, aangezien hij wettelijkgemachtigd werd om collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) af te sluiten vooreen hele economische sector of voor een van de bedrijfstakken daarvan. Deze cao’shadden een wettelijk statuut, omdat ze door een koninklijk besluit wettelijk bindendzijn en een algemene strekking hebben. Bovendien is de Nationale Arbeidsraadbij wet gemachtigd om aanbevelingen te formuleren of voorstellen in te dienen voorde daarmee verwante uitvoeringsbesluiten, beide met betrekking tot individuele encollectieve werkomstandigheden (werktijden, arbeidsovereenkomsten, loonevolutie,enz.) en het recht op sociale zekerheid (onderwerping aan de sociale zekerheid,begrip loon waarop bijdragen verschuldigd zijn, pensioenrechten, enz.).Deze institutionalisering van de sociale dialoog en de overlegprocedures leidden toteen parallelle besluitvormingsprocedure, die inzake het opstellen van sociaaleconomischebeleidsinitiatieven rivaliseerde met de parlementaire besluitvormingsprocedure.De werkgevers en de vakbonden bepaalden zelf autonoom hoe het economischeleven werd georganiseerd, en rekenden daarvoor in principe niet op de (centrale)overheid. Deze autonomie was absoluut voor collectieve overeenkomstenbetreffende werkomstandigheden, zoals loon en werkuren, en – tot op een zekerehoogte – ook voor de sociale zekerheid (zie 2.2.).De sociale dialoog speelde in heel de naoorlogse periode een centrale rol in de ontwikkelingvan de Belgische verzorgingsstaat en de Belgische economie in het algemeen.De rol van de sociale partners won bovendien fors aan belang tussen 1960 en1975, zonder enige twijfel het hoogtepunt van de sociale dialoog, toen de socialepartners belangrijke sociale programma-akkoorden afsloten. Deze sociale program-405

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!