Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Alle architecturen, die net als ACT-R op een symbolische manier werken, hebben dergelijke<br />
problemen, in tegenstelling tot connectionistische modellen. Clark & Karmiloff-Smith (1993) gaan<br />
ook op deze algemene connectionisme-symbolisme-kwestie in. Ze menen dat de RR-theorie<br />
aangeeft dat we cognitieve modellen alleen succesvol kunnen ontwerpen in connectionistische<br />
modellen – die dus alle voordelen van parallelle verwerking in zich hebben – die verrijkt zijn met<br />
een soort "toplaag" die symbolische verwerking mogelijk maakt. ACT-R lijkt hier trouwens al<br />
behoorlijk op, want ACT-R is een symbolische architectuur met een soort van connectionistische<br />
onderlaag.<br />
3.2 Productieregels hebben een richting<br />
We komen nog een probleem tegen dat samenhangt met de symbolische manier van verwerken<br />
van ACT-R. Productieregels leggen verbanden tussen concepten, maar die verbanden lopen wel<br />
altijd een bepaalde kant op. Het determinatorenmodel leert nieuwe productieregels die verbanden<br />
leggen tussen determinatoren, de omstandigheden waarin ze werden uitgesproken en de rollen<br />
van de determinatoren. Ook deze productieregels hebben dus een richting, ofwel van<br />
determinator, via omstandigheden naar rol (begriprichting) ofwel juist van rol via omstandigheden<br />
naar determinator (productierichting). Het is echter ook denkbaar is dat de verbanden tussen<br />
determinator en rol niet zozeer een richting hebben, maar meer als een soort onderdeel van een<br />
semantisch netwerk in het cognitieve systeem gerepresenteerd zijn. Je kunt je immers voorstellen,<br />
dat als je al vaak voorbeelden hebt gehoord van la-zinnen en het verband hebt ontdekt tussen la<br />
en unieke objecten, die nieuw in het gesprek worden geintroduceerd, dat je dan zelf ook la op de<br />
juiste manier gaat gebruiken. In het determinatorenmodel kan deze omkering van de richting<br />
alleen via een omweg, namelijk door een analogie te trekken en daarbij een voorbeeld te<br />
gebruiken, dat in de andere richting is ingevuld. Pas na uitvoeriger psychologisch onderzoek<br />
zouden we vast kunnen stellen of mensen inderdaad in staat zijn de verbanden tussen<br />
determinatoren en hun rollen zo direct om te draaien. Wat wel bekend is uit de psychologie, is dat<br />
mensen vaak de neiging hebben om ALS-DAN-regels, die dus een strikte richting hebben, op te<br />
vatten als regels met een dubbele richting (Johnson-Laird, 2001). Ook wat betreft deze materie<br />
zijn connectionistische modellen in het voordeel, omdat de verbanden in dergelijke modellen altijd<br />
twee kanten op gaan.<br />
Er is nog een tweede manier waarop het feit dat productieregels een richting hebben<br />
beperkend werkt. Als we ons de verbanden tussen de dimensies in het determinatorenmodel<br />
voorstellen als lijnen in een netwerk, dan zien we dat de beïnvloeding allerlei kanten op zou<br />
moeten en kunnen gaan. Niet alleen van determinator via aantal naar rol en van rol via aantal<br />
naar determinator, maar bijvoorbeeld ook van aantal naar determinator (en rol). Op die manier<br />
zou je een concurrentie kunnen krijgen tussen une als telwoord en la, omdat beide woorden van<br />
toepassing zijn in een context met een uniek object. Een dergelijke concurrentie is niet<br />
onvoorstelbaar, maar op het moment dus niet mogelijk in ACT-R.<br />
3.3 De eerste voorbeelden<br />
We zagen zojuist dat productie en begrip elkaar via het declaratieve geheugen kunnen<br />
beïnvloeden. Kleine kinderen leren taal grotendeels door napraten. Horen ze veel une-desvoorbeelden<br />
in een korte periode, dan zullen ze ook vaak une-des gaan gebruiken als ze zelf een<br />
lidwoord moeten produceren en de analogiestrategie gebruiken. Andersom kunnen ze<br />
voorbeelden van hun eigen uitspraken, en dus ook hun eigen foute constructies, gebruiken voor<br />
begrip. Het is allemaal leuk en aardig dat productie en begrip invloed op elkaar kunnen hebben,<br />
maar er blijft wel een opstartprobleem over. Je kunt immers alleen maar analogie toepassen als je<br />
minimaal één voorbeeld ter beschikking hebt. Hoe komen die voorbeelden er dan in eerste<br />
109