01.05.2013 Views

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Figuur 3: De balansschaal<br />

Bij de eerste regels wordt voornamelijk het totale gewicht op beide armen in ogenschouw<br />

genomen. Bij latere regels wordt echter de afstand tot het draaipunt ook steeds belangrijker.<br />

Aannames:<br />

1. Kinderen hebben in de loop van hun leven vaker voorbeelden gezien van balanssituaties,<br />

waarin de beide objecten op dezelfde afstand van het draaipunt zitten.<br />

2. Kinderen gebruiken de informatie over gewicht en afstand in twee stappen: ze coderen de<br />

informatie en gebruiken vervolgens de gecodeerde informatie om een voorspelling te<br />

kunnen doen.<br />

3. In de BST zijn gewicht en afstand de dimensies van belang. Kinderen letten eerst meer op<br />

de dimensie gewicht. Dit is wellicht veroorzaakt door hun eerdere ervaringen of doordat de<br />

gewichten de meer opvallende, discrete elementen van de balansschaal zijn.<br />

Architectuur: Het is uitgangspunt is een standaard neuraal netwerk. Er is een verborgen laag, om<br />

de twee stappen uit aanname 2 te vangen. Aanname 3 leidt ertoe dat in de verborgen laag twee<br />

aparte modules zijn aangebracht, één voor gewicht en één voor afstand.<br />

Startkennis: Het model begint met geen enkele startkennis, want de gewichten zijn aan het begin<br />

random. Wel zit in de lay-out van het netwerk een soort bias voor wat er gaat gebeuren, vanwege<br />

de vormgeving van de verborgen laag.<br />

Omgeving/input: Tijdens de trainingsperiode worden meer inputvoorbeelden gegeven, waarbij de<br />

gewichten op dezelfde afstand van het draaipunt zitten. Dit is een gevolg van aanname 1.<br />

Experimenten: McClelland vergelijkt de uitkomsten met de prestaties van menselijke<br />

proefpersonen en constateert dat zijn model globaal genomen hetzelfde doet. Wat echter wel fout<br />

gaat, is dat mensen onderscheid maken tussen een symetrisch voorbeeld en een asymetrisch<br />

voorbeeld. Het model kan dit (abstractere) onderscheid niet maken.<br />

Simulatie: Het model heeft steeds een trainingsperiode waarin het honderd keer de taak moet<br />

uitvoeren en feedback krijgt over de juiste oplossing. Deze periode wordt telkens gevolgd door<br />

een testfase.<br />

Overgang: Uit de resultaten op de testfases blijkt, dat de overgangen in regels die Siegler voor de<br />

BST heeft beschreven, ook door het model worden gemaakt. De overgang van regel 3 naar regel<br />

4 gaat echter nauwelijks goed. Het model blijft heen en weer springen tussen regel 3 en regel 4, in<br />

plaats van redelijk stabiel regel 4 toe te gaan passen. Als je de regels vergelijkt met de menselijke<br />

prestaties en de prestaties van het model, dan blijkt dat mensen zich ook niet altijd volgens de<br />

regels van Siegler gedragen, maar er ook niet zo veel van afwijken als het model soms doet.<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!