Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
makkelijkere methoden om met taal om te gaan. In ons model komt dit naar voren als een<br />
verschuiving van de analogiemethode naar gespecialiseerde productieregels, die snel en simpel<br />
uitvoerbaar zijn. Het productiecompilatiemechanisme zorgt voor die overgang. Het model kan niet<br />
vantevoren voorspellen welke regels bruikbaar blijken te zijn. Daarom maakt het snel nieuwe<br />
productieregels aan. Als een nieuwe productieregel succes heeft, wordt zijn kracht verhoogd. Op<br />
die manier kan het gebeuren dat goede nieuwe productieregels eerder ontstane regels gaan<br />
overvleugelen. Als een nieuwe regel niet veel succes met zich meebrengt, dan zal deze regel<br />
roemloos ten onder gaan. De nieuw ontstane regels en de oudere analogieregels blijven naast<br />
elkaar bestaan in het model. Het kan dus gebeuren dat het model weer terugvalt op de oudere<br />
analogieregels.<br />
Het model doorloopt drie situaties (A, B en C). Over deze situaties vertel ik meer in de<br />
paragraaf 2. Zoals we al zagen, wordt bij overschakeling naar een nieuwe situatie nieuwe<br />
informatie uit de omgeving wordt gehaald, waar dat eerst nog niet gedaan werd. Zodra deze<br />
nieuwe informatie beschikbaar is, kan het model ook geavanceerdere analogieregels gebruiken.<br />
Dit kan dan vervolgens weer leiden tot het ontstaan van ingewikkeldere productieregels. Zo neemt<br />
het model in de loop van de ontwikkeling steeds meer nuances van de functies van lidwoorden en<br />
telwoorden mee in zijn verwerkingsproces.<br />
1.7 De analogieregels<br />
Zoals al eerder is opgemerkt, kan het analogieproces twee kanten op werken: de productierichting<br />
en de begriprichting. De begriprichting sluit op het eerste gezicht het meest aan bij het playrooms<br />
experiment, omdat dit ook een begripexperiment is. Laten we het analogieproces dus eerst vanuit<br />
de begriprichting bekijken. Het recept hiervoor gaat als volgt:<br />
1. Luister naar de input: de zin P.<br />
2. Neem de waarden van relevante dimensies uit de omgeving waar.<br />
3. Genereer met behulp van een analogieproces op een uit het geheugen opgehaald voorbeeld<br />
de bijbehorende situatie P bij zin P.<br />
4. Vergelijk situatie P met de de situatie van de meisjespop en met de situatie van de<br />
jongenspop.<br />
5. Kies de situatie die het meest op situatie P lijkt.<br />
6. Geef antwoord: meisje of jongen.<br />
Wat het kind bij stap 2 zoal waar kan nemen, is afhankelijk van de doorzichtigheid van de situatie<br />
en van welke relevante dimensies hij al kent. Stap 3 is de meest ingewikkelde stap. Laten we er<br />
even van uitgaan dat het model bij stap 2 nog geen relevante dimensies heeft kunnen waarnemen<br />
uit de omgeving. Stap 3 bestaat dan uit de volgende substappen:<br />
• Representeer de target van de analogie. Dit leidt tot een half ingevuld voorbeeld P:<br />
Voorbeeld P<br />
Isa: voorbeeld<br />
Determinator: la<br />
Noun: brosse<br />
Aantal: onbekend<br />
Focus-na: onbekend<br />
Focus-voor: onbekend<br />
Rol: onbekend<br />
66