Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
is: "Wat leren we van de twee ontwikkelde modellen over de RR-theorie en wat hebben we<br />
eraan?". Ik vergelijk de verklaring die de RR-theorie geeft voor U-vormig leren met de verklaring<br />
van het determinatorenmodel. Op grond daarvan analyseer ik in hoeverre de vertaalslag van RRtheorie<br />
naar ACT-R is gelukt. Overigens, wat U-vormig leren is, wordt in hoofdstuk 2B uitgelegd.<br />
4.5 Discussie en Conclusie<br />
Discussie en conclusie is het laatste hoofdstuk. Hierin probeer ik nog een groter kader te<br />
scheppen en geef ik aan hoe mijn bevindingen gebruikt zouden kunnen worden voor andere<br />
cognitieve modellen van ontwikkeling. Tevens zet ik een aantal mogelijkheden en<br />
onmogelijkheden van ACT-R op een rijtje die veel invloed hebben gehad op de uiteindelijke vorm<br />
van het determinatorenmodel. In dit hoofdstuk geef ik ook nog aan in welke richting verder<br />
onderzoek nodig is. In de conclussie, tot slot, vertel ik in volgelvlucht wat dit afstudeeronderzoek<br />
nu wel en niet opgeleverd heeft.<br />
5 Wetenschappelijke relevantie voor KI<br />
Karmiloff-Smith (1992) probeert in haar boek Beyond Modularity: A Developmental Perspective on<br />
Cognitive Science de lezer te overtuigen van het nut van ontwikkelingspsychologisch onderzoek<br />
voor de cognitiewetenschap. Door te ontdekken hoe cognitie zich ontwikkelt in een mensenleven,<br />
kom je ook meer te weten over hoe cognitie eigenlijk in elkaar zit. Wellicht dat dit<br />
ontwikkelingsperspectief zelfs onmisbaar is als we cognitie echt willen begrijpen. Helaas is de RRtheorie<br />
slechts een beschrijvende theorie op een hoog niveau van abstactie. De experimenten die<br />
Karmiloff-Smith heeft uitgevoerd, lijken de theorie wel te ondersteunen, maar vertellen weinig over<br />
de details van representational redescription. Het blijft onduidelijk hoe de representaties en de<br />
herschrijfmechanismes er precies uitzien. Computationele modellen van RR-experimenten zouden<br />
wel veel meer inzicht hierin geven. De eerste pogingen om computationele modellen te bouwen,<br />
die iets te maken hebben met de RR-theorie zijn allemaal connectionistisch en ook geen echte<br />
RR-modellen (Karmiloff-Smith, 1992). Deze modellen komen niet verder dan het eerste niveau<br />
van herrepesentatie (niveau I). De meest interessante delen van de theorie zijn echter juist de<br />
herrepresentaties die daarna pas plaatsvinden (niveau E1 en E2/E3). Wellicht dat een meer<br />
hybride architectuur zoals ACT-R beter geschikt is om deze overgangen te vangen in een cognitief<br />
model.<br />
Het modelleren van experimenten uit de RR theorie in ACT-R kan ons meer leren over<br />
herrepresenteren en het steeds flexibeler worden van representaties. Daarnaast kan het ook<br />
leiden tot een verrijking van de ACT-R theorie zelf. De experimenten die met behulp van ACT-R<br />
zijn gemodelleerd, gingen nooit verder dan het behavioral mastery niveau van een bepaalde<br />
vaardigheid. Mensen gaan echter wel verder en dus kan ACT-R niet achterblijven! Deze verrijking<br />
van de ACT-R theorie hangt nauw samen met het generalisatie-door-specialisatie-principe.<br />
Wellicht kan de manier van productieregels generaliseren, die in dit afstudeeronderzoek<br />
ontwikkeld werd, in allerlei andere ACT-R modellen van pas komen. Ook kunnen we dankzij dit<br />
afstudeeronderzoek meer leren over het bouwen van cognitieve modellen van een ontwikkeling,<br />
die zich op een macrotijdsschaal – dus verspreid over meerdere jaren – afspeelt. Kortom, dit<br />
afstudeeronderzoek is met name interessant voor KI, omdat het nieuwe wegen inslaat op het<br />
gebied van cognitief modelleren. Tegelijkertijd zal het meer inzicht geven in hoe de<br />
ontwikkelingspsychologie de cognitiewetenschap vooruit kan helpen.<br />
15