Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1A: Onderzoeksvraag in theoretisch kader<br />
1 Menselijke intelligentie<br />
Mensen zijn intelligente wezens. Daar zal iedereen het mee eens zijn. Maar wat is intelligentie<br />
precies? Die vraag is veel moeilijker te beantwoorden. We beschikken over allerlei cognitieve<br />
vermogens die ons in staat stellen te communiceren en plannen te maken. Deze cognitieve<br />
vermogens zouden deels aangeboren kunnen zijn. In welke mate dat zo is, is nog steeds niet<br />
duidelijk. Het staat echter wel vast dat we in onze kindertijd nog een hele ontwikkeling doormaken,<br />
voordat we dezelfde capaciteiten hebben als volwassenen. Als we meer van deze ontwikkeling<br />
begrijpen, kunnen we ook meer inzicht krijgen in de cognitieve capaciteiten van de menselijke<br />
geest. De ontwikkeling van abstracte representaties staat centraal in dit afstudeeronderzoek.<br />
Annette Karmiloff-Smith (1992) heeft ontwikkelingspsychologisch onderzoek gedaan naar het<br />
leren van cognitieve vaardigheden. Het ging daarbij niet zozeer om het onder de knie krijgen van<br />
deze vaardigheden. Karmiloff-Smith keek verder en beschreef hoe uit de kennis over bepaalde<br />
vaardigheden nieuwe kennis wordt gehaald. Representaties van de opgeslagen kennis ondergaan<br />
veranderingen. Ze worden abstracter en toegankelijker. Uiteindelijk zijn de representaties modules<br />
geworden, die de persoon in staat stellen nieuwe verbanden te leggen en oude kennis op allerlei<br />
nieuwe manieren te benutten. Dit is een uniek aspect van de menselijke cognitie dat zeker nader<br />
onderzoek verdient. Dit afstudeeronderzoek is een stap in dit nadere onderzoek. Ook ik wil verder<br />
kijken, maar met name dieper graven. De beschrijving van Karmiloff-Smith is op een globaal<br />
niveau. Maar hoe zien die steeds abstracter wordende representaties in ons hoofd er nou precies<br />
uit? Om daar meer inzicht in te krijgen, heb ik een cognitief computermodel hiervan gemaakt. In<br />
de komende paragrafen vertel ik hoe ik dit heb aangepakt en wat de relevantie hiervan is voor<br />
<strong>Kunstmatige</strong> <strong>Intelligentie</strong>.<br />
2 Theoretisch kader<br />
De theorie die centraal staat in het afstudeeronderzoek is de Representational Redescription<br />
theorie van Annette Karmiloff-Smith. Het cognitieve model dat ik naar aanleiding van deze theorie<br />
heb gemaakt, is geïmplementeerd in de cognitieve architectuur ACT-R. Hieronder zal ik uitleg<br />
geven over deze twee theoretische kaders.<br />
2.1 De Representational Redescription theorie (RR)<br />
Er zijn al heel wat theorieën over het aanleren van vaardigheden. De meeste daarvan beschrijven<br />
het leerproces naar het einddoel, volledige beheersing van de vaardigheid (behavioral mastery).<br />
De RR-theorie stopt daar echter niet. De beheersing van de vaardigheid is namelijk niet het<br />
eindstadium van het leerproces. De ontwikkeling gaat daarna door. De concepten en procedures<br />
die nodig zijn voor het uitvoeren van de vaardigheid zijn namelijk nog maar impliciet aanwezig in<br />
het cognitieve systeem. De opgedane kennis en vaardigheden kunnen nog niet onder woorden<br />
gebracht worden en zijn ook nog niet beschikbaar voor een andere taak. Een dergelijk expliciet<br />
niveau van kennisrepresentatie ontstaat in de meeste domeinen echter wel. Hoe ziet de weg naar<br />
dit niveau eruit? Op deze vraag geeft de RR-theorie een antwoord. De theorie beschrijft de<br />
verschillende tussenniveaus en gaat met name in op de verandering van de interne representaties<br />
bij de niveau-overgangen. Karmiloff-Smith onderscheidt vier niveaus: Impliciet (I), Expliciet-1 (E1),<br />
Expliciet-2 (E2) en Expliciet-3 (E3).<br />
Op het I-niveau zijn de representaties van een bepaalde procedure in het cognitieve<br />
systeem aanwezig, maar ze zijn niet bekend aan het systeem. Dit betekent dat de onderdelen van<br />
11