01.05.2013 Views

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Architectuur: Q-SOAR is gemaakt in de SOAR-architectuur. Dit is een symbolische architectuur.<br />

Er is één leermechanisme en dat is chunking. Dit mechanisme zorgt ervoor dat er een<br />

verschuiving optreedt van bewuste, expliciete verwerking naar meer automatische, impliciete<br />

verwerking. Het feit dat dit model is ontwikkeld in een cognitieve architectuur, heeft een hoop<br />

voordelen. Omdat de architectuur meer beperkingen met zich meebrengt, worden de stappen van<br />

het model wel psychologisch plausibeler. Ook is zo'n model makkelijker te vergelijken met en te<br />

integreren in andere modellen die in dezelfde architectuur zijn gemaakt, waardoor meer eenheid<br />

nagestreefd kan worden (Simon en Halford, 1995).<br />

Startkennis:<br />

1. Kinderen van drie en vier jaar kunnen de hoeveelheid bepalen van een groep objecten, die<br />

niet groter is dan vier objecten. Dit doen ze door middel van subitizing. Ze zien de<br />

hoeveelheid dus in één oogopslag.<br />

2. Jonge kinderen kunnen grotere hoeveelheden tellen. Kinderen jonger dan vier jaar zullen<br />

tellen echter niet spontaan gebruiken als een methode om kwalitatieve problemen op te<br />

lossen.<br />

3. Kinderen die nog geen conservatiekennis hebben, kunnen toch conservatievraagstukken<br />

beantwoorden, als ze maar een specifieke kwantitatieve waarde kunnen bepalen voor de<br />

objecten.<br />

4. Kinderen die nog geen conservatiekennis hebben, kunnen geen correcte antwoorden<br />

geven op conservatievraagstukken, als ze geen specifieke kwantitatieve waarde kunnen<br />

bepalen voor de objecten.<br />

Omgeving/input: De driejarigen hebben in het begin andere kennis en andere strategieën dan de<br />

vierjarigen. Dit betekent dat ervaring met de omgeving in de loop van het tussenliggende<br />

levensjaar kennelijk deze veranderingen met zich meebrengt. De input tijdens het<br />

trainingsexperiment is voor beide leeftijdsgroepen wel precies identiek.<br />

Experimenten: Het model is een simulatie van een specifiek experiment dat uitgevoerd is door<br />

Gelman in 1982 (geciteerd in Simon en Klahr 1995). Het is een trainingsexperiment, waaraan<br />

driejarige en vierjarige kinderen deelnamen. Er waren twee soorten controlegroepen.<br />

Simulatie: Er is een apart model gemaakt dat het leren van de driejaringen simuleert (Q-SOAR-3)<br />

en één dat de vierjarigen simuleert (Q-SOAR-4).<br />

Overgang: Zowel de driejarigen als de vierjarigen leren tijdens het experiment, maar bereiken<br />

andere niveaus. Ze maken dus niet dezelfde overgangen. Voor de drie- en vierjarigen geldt<br />

verschillende beginkennis. Ze gebruiken ook verschillende strategieën. Helaas is dit model niet zo<br />

opgezet, dat het ook aangeeft hoe de ontwikkeling van driejarige naar vierjarige gaat, wat betreft<br />

de beginkennis en strategieën.<br />

Verband met RR-theorie: In Beyond modularity gaat Karmiloff-Smith ook in op het leren van<br />

number conservation. Vanuit de RR-theorie is het echter vooral interessant hoe kinderen de<br />

ontwikkeling doormaken van juiste antwoorden geven op conservatievraagstukken naar dit<br />

kunnen doen zonder te tellen en met het geven van de juiste verklaring. Tollefsrud-Anderson et al.<br />

(geciteerd in Karmiloff-Smith, 1992) hebben een experiment gedaan, waaruit bleek dat kinderen<br />

de volgende ontwikkeling doormaken: ze geven op een gegeven moment juiste antwoorden op<br />

vraagstukken over conservatie, maar blijken wel een lange reactietijd te hebben, omdat ze de<br />

elementen natellen. Later worden hun reactietijden sneller, omdat tellen niet meer nodig is, maar<br />

ze kunnen geen verklaring geven voor hun antwoorden. Pas weer later in de ontwikkeling kunnen<br />

ze die verklaring wel geven. Deze ontwikkeling past natuurlijk mooi in de RR-theorie. Het Q-SOAR<br />

model is dus minder veelzeggend voor de RR-theorie, want de uiteindelijk geleerde vaardigheid<br />

bevindt zich nog maar op het I-niveau.<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!