01.05.2013 Views

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• steeds meer regelmatigheid in de tegenvoorbeelden,<br />

• veranderingen in algemene conceptuele vaardigheden van het kind,<br />

• integratie (op een bewustere manier) van voelfeedback in het oplossingsproces.<br />

In de vorige subparagraaf merkte ik al op dat de opgaande lijn in de U-vorm wordt bewerkstelligd<br />

door een verfijning van de algemene theorie. Karmiloff-Smith en Inhelder geven aan dat deze<br />

verfijning alleen kan plaatsvinden als er eerst een voldoende stevige, strikt toegepaste theorie-inactie<br />

is gevormd. Als het kind deze theorie-in-actie heeft gevormd, heeft het namelijk begrepen dat<br />

het moet zoeken naar een overkoepelend iets, dat voor alle blokken opgaat. Pas als het kind de<br />

theorie-in-actie dan vervolgens vaak en regelmatig heeft toegepast, is het in staat de regelmaat in<br />

de tegenvoorbeelden te vinden. Karmiloff-Smith en Inhelder beschrijven een proces dat gaat van<br />

het negeren van tegenvoorbeelden ("Deze blokken zijn gewoon niet in balans te krijgen") via het<br />

proberen te vormen van een extra losstaande theorie naar een nieuwe theorie die de oude<br />

theorie-in-actie aanpast en verfijnt. Het kind ontdekt de regelmaat in de verdachte<br />

gewichtsblokken. De algemene conceptuele ontwikkeling van het kind heeft het mogelijk gemaakt<br />

dat het kind op zoek gaat naar een tweede dimensie die misschien van belang kan zijn bij de<br />

blokken. In andere situaties heeft het al ervaren dat gewicht soms een essentiële factor is. Nu is<br />

het kind dus in staat om een nieuwe theorie-in-actie te vormen, die gewicht in aanmerking neemt.<br />

Deze uitbreiding van het blikveld zorgt er echter niet voor dat de niet-verdachte gewichtsblokken<br />

ook goed aangepakt worden. Pas als het kind doorheeft dat het bij deze blokken weer terug kan<br />

vallen op voelfeedback, komt de goede oplossing in zicht. De voelfeedback wordt nu niet alleen<br />

gebruikt, maar ook geïncorporeerd in de theorie-in-actie. Nu is het kind in staat de twee<br />

ontwikkelde theorieën-in-actie – eentje over lengte en eentje over gewicht – samen te voegen en<br />

te komen tot één, nauwer gedefinieerde theorie in actie die inhoudt dat je zowel lengte als gewicht<br />

in de gaten moet houden, ook bij blokken waarbij het gewicht niet zichtbaar ongelijk verdeeld is.<br />

Nu gaan we weer over tot de vergelijking met het determinatorenmodel. Ook daarin kruipt<br />

de prestatie op het woord une weer op uit het dal. Ook hier zien we dat het kind (of het model) de<br />

theorie eerst goed moet hebben ontwikkeld en toegepast, voordat het de regelmaat in de<br />

tegenvoorbeelden kan ontdekken. De algemene cognitieve ontwikkeling die een voorwaarde<br />

vormt, is in dit geval het vermogen naar nog een derde dimensie te zoeken. Daarnaast heeft het<br />

kind inmiddels ervaren dat de dingen die in de vorige zin gezegd zijn, of wat er gezegd is voordat<br />

de determinator kwam, een voorspelling kunnen geven over de rol van de determinator. Op<br />

dezelfde manier heb je immers informatie uit de vorige zin nodig als je een zin als "Hij is aardig."<br />

wilt begrijpen. Deze twee ontwikkelingen maken het mogelijk voor het model om de dimensie<br />

focus-voor te ontdekken en te bepalen. Met deze nieuwe dimensie vormt het model dan weer<br />

allerlei nieuwe productieregels. Dit is vergelijkbaar met het ontstaan van een losstaande nieuwe<br />

theorie-in-actie. Maar er ontstaan ook nieuwe productieregels, die de eerdere dominante<br />

productieregel nauwer maken. Deze nieuwe productieregels zijn dus het laatste stadium in het<br />

proces: de tweede, nieuw ontstane theorie-in-actie is samengegaan met de oude theorie-in-actie<br />

en er is een succesvollere, sterkere theorie-in-actie uit voortgekomen.<br />

Al met al kunnen we dus concluderen dat ook de opgaande lijn van de U-vorm in het<br />

blokkenmodel redelijk analoog aan de opgaande lijn in het determinatorenmodel kan worden<br />

geïmplementeerd. In hoofdstuk 4B: Mogelijke werking van het blokkenmodel zullen we zien hoe<br />

dat dan concreet uitpakt. In dit hoofdstuk gaan we nog even verder met vergelijkingen maken en<br />

overeenkomsten zoeken, want Karmiloff-Smith en Inhelder zelf zien ook een link tussen de<br />

ontwikkeling in het blokkenexperiment en taalontwikkeling.<br />

4.3 Theorieën-in-actie en theorieën-in-taal<br />

Taalontwikkeling doorloopt volgens de auteurs globaal hetzelfde patroon als hierboven is<br />

beschreven voor het blokkenexperiment. Eerst weten kinderen correcte uitingen te doen, die nog<br />

niet "in de war gemaakt" zijn door regels. Langzaam aan ontdekken ze patronen in de<br />

89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!