Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Afstudeerscriptie - Kunstmatige Intelligentie - Rijksuniversiteit ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
• une in de numerieke functie.<br />
• la in de deictische functie.<br />
• la in de exoforische functie.<br />
• la in de anaforische functie.<br />
In figuur 5 is de ontwikkeling van deze functies in de tijd te zien.<br />
Ieder voorbeeld dat het kind heeft gehoord of zelf geproduceerd, wordt opgeslagen in het<br />
declaratieve geheugen. Bij die voorbeelden moeten we drie dingen onderscheiden: (1) de functie<br />
die de kinderen zelf een woord meegeven als ze hem gebruiken, (2) de functie die de kinderen<br />
een woord dat ze horen geven en (3) de functie die de spreker eigenlijk aan dat woord had<br />
gegeven. Figuur 5 laat de ontwikkeling zien in de functies die kinderen aan de uitgesproken en<br />
gehoorde lidwoorden geven. Echter, gezien vanuit het standpunt van de volwassenen hoort het<br />
kind doorlopend voorbeelden van alle zes de functies. Dit betekent dat vanaf het begin van de<br />
simulatie alle zes de soorten voorbeelden in het model moeten zitten. Hoe we de voorbeelden<br />
precies vormgeven in het model, kunt u lezen hoofdstuk 3B: Werking van het model.<br />
2.9 Hoe dragen zowel het begrijpen als het produceren bij tot leren?<br />
De vraag in deze subparagraaf is: hoe geven we aanname 7 vorm in ons model? Karmiloff-Smith<br />
concludeert uit haar experimenten dat de algemene trend in de productietaken gelijk was aan die<br />
in de begripstaken. In sommige gevallen bleek begrip wel een beetje op productie vooruit te lopen.<br />
Dit betekent dat we begrip en productie op kunnen vatten als twee processen die gebruik maken<br />
van dezelfde onderliggende kennis. Taatgen en Anderson (2002) doen dit ook in hun verleden<br />
tijden model. Bij productie is de stam van een werkwoord input en de gevormde verleden tijd is de<br />
output. Begrip van een gehoorde verleden tijd ontstaat, doordat er een procedure plaatsvindt, die<br />
de verleden tijd weer terugvormt naar de stam. In het declaratieve geheugen is deze stam dan al<br />
bekend of wordt toegevoegd. Op deze manier gebruiken productie en begrip dezelfde dingen in<br />
het declaratieve geheugen. Ook bij mijn playrooms model zal bij begrip en productie gebruik<br />
worden gemaakt van dezelfde elementen uit het declaratieve geheugen. De voorbeelden in het<br />
declaratieve geheugen staan, leggen een verband tussen de linguïstische term, bijvoorbeeld la<br />
voiture en een representatie van (een deel van) de extralinguïstische situatie, bijvoorbeeld een<br />
une<br />
la<br />
naamgevende functie<br />
Tijdlijn<br />
numerieke functie<br />
deictische functie exoforische functie anaforische functie<br />
ruimte met precies één auto. Omdat dit verband geen richting heeft, is het te gebruiken om van de<br />
situatie naar de term te gaan (productie) of andersom (begrip). Productieregels hebben echter wel<br />
een richting. De specifieke begrip-productieregels die ik in mijn model wil laten ontstaan, gaan dus<br />
van de term naar de situatie. Deze specifieke productieregels hebben echter algemenere ouders<br />
waar ze uit zijn ontstaan, namelijk de analogie-productieregels. De aanname is dat er een hele<br />
57<br />
nonspecifieke functie<br />
Figuur 5: De ontwikkeling van nieuwe functies voor une en la in de loop van de tijd.