PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />
Draagvlak”<br />
3.3.4. Besluit sociaal-economische gevolgen van VMR<br />
,9<br />
,8<br />
,7<br />
,6<br />
,5<br />
,4<br />
,3<br />
,2<br />
,1<br />
,0<br />
Bron: Eigen opstelling<br />
Grafiek 17: Sensitiviteitsdiagram sociaal-economische gevolgen van VMR<br />
Obj Alt<br />
Productiehuishouding<br />
Gezinshuishouding<br />
Regionale aspecten OVERALL<br />
Vooraleer over te gaan tot de eigenlijke sociaal-economische evaluatie van VMR werden de<br />
concepten welvaart en sociale rechtvaardigheid omschreven en enkele welvaartsfuncties<br />
geschetst. Daarbij werd het belang van een sociaal-economische evaluatie van<br />
milieubeleidsinstrumenten benadrukt. Het is de politieke besluitvorming die als uitgangspunt<br />
dient voor het bepalen van plaatselijke en globale ecologische doelstellingen. De gevolgen<br />
voor de welvaart evenals voor de inkomensverdeling dienen daarbij wel overwogen te<br />
worden. Verder is het duidelijk dat de sociale en ecologische doelstellingen onlosmakelijk<br />
samengaan. Daartoe werd dieper ingegaan op de verscheidene soorten van de vraag naar<br />
transport en werd het belang van het realiseren van de mobiliteitsbehoeften zonder<br />
inkomensverlies benadrukt. In het kader van een politiek van vraagbeperking met VMR werd<br />
ook gewezen op de noodzaak aan beschikbare alternatieven, overigens ook een voorwaarde<br />
voor een efficiënte marktwerking. Het verschil tussen schema’s van VR voor bedrijven en VR<br />
voor personen is groot op dat vlak. Bedrijven beschikken duidelijk over meer strategische<br />
opties hetgeen bijdraagt tot het bereiken van een optimaal evenwicht op de markt. Voor<br />
personen en gezinnen gaat dit niet op. Tot slot werd gewezen op de verschillen tussen sociaalruimtelijke<br />
efficiëntie en sociaal-ruimtelijke rechtvaardigheid voor gezinshuishoudingen<br />
evenals op de ruimtelijke aspecten die van belang zijn voor productiehuishoudingen zoals een<br />
vlotte bereikbaarheid, een grote arbeidersmobiliteit en een goedkope toegang tot het<br />
verkeersnet.<br />
In het kader van de evaluatie werden verscheidene productiesectoren omschreven: de<br />
distributiesector, de autosector, de transportsector (excl. auto), de vrije tijdssector en als<br />
restcategorie de overige sectoren. Deze sectoren werden beoordeeld op de impact van VMR<br />
op de vraag naar hun producten en op hun ‘productieve mobiliteit’. Uit de totaalevaluatie<br />
blijkt dat VBR en VTR, in mindere mate, een vooruitgang betekenden ten aanzien van de<br />
status quo. VBR heeft dat vooral te danken aan een verbetering van de ‘productieve<br />
mobiliteit’ bij de ‘overige sectoren’ omwille van het dalend effect van VBR op congestie<br />
<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 117<br />
,4<br />
,3<br />
,2<br />
,1<br />
,0<br />
VTR<br />
VBR<br />
Status quo<br />
VAR