PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />
Draagvlak”<br />
• Binnen de groep van de mobiliteitsactoren maakten we onderscheid tussen drie<br />
subgroepen: werkgeversorganisaties (als de belangrijkste vervoersgeneratoren), vertegenwoordigers<br />
van de verschillende transportsystemen (trein, bus, auto, fiets) en<br />
kenniscentra (universiteiten en studiebureaus).<br />
• De groep van de gebruikersorganisaties vertegenwoordigt een breed spectrum van de<br />
verschillende groepen in de samenleving (jeugd, gezinnen, senioren, ..). Daarnaast zijn<br />
vertegenwoordigers opgenomen van de gebruikers van de diverse transportsystemen<br />
(OV-gebruikers, fietsers, automobilisten, motorrijders, ..). Een derde belangrijke<br />
subgroep zijn de vakbonden omdat zij de belangrijkste groep binnen de<br />
mobiliteitsvraag (woon-werkverkeer) vertegenwoordigen.<br />
4.1.1.2. Structuur van de bevraging<br />
We opteerden zoals gezegd voor een bevraging van het beleidsdelphi-type in twee<br />
schriftelijke rondes.<br />
Ronde 1<br />
De eerste schriftelijke vragenronde bestond uit drie ‘vragenblokken’:<br />
In het eerste blok wensten we de mening van de respondenten te kennen i.v.m. de relatie<br />
tussen transport en duurzame ontwikkeling. Hoe belangrijk vinden de panelleden de negatieve<br />
effecten van mobiliteit op het milieu, verkeersveiligheid, …? In welke mate kunnen<br />
problemen van congestie, verkeersonveiligheid, … gerelateerd worden aan de sterke stijging<br />
van het autogebruik? Is een striktere beheersing van de mobiliteitsvraag noodzakelijk en<br />
wenselijk om de negatieve maatschappelijke trends om te keren? Moeten we met z’n allen<br />
minder met de auto rijden?<br />
Bevragingstechniek: de bevraging gebeurde d.m.v. stellingen over de ernst van de<br />
probleemvelden, over de sterkte van de relatie tussen autogebruik enerzijds en de problemen<br />
anderzijds, over de mate waarin de beheersing van de mobiliteitsvraag kan tegemoet komen<br />
aan de problemen. De respondenten konden antwoorden op een 4-puntenschaal en werden<br />
uitgenodigd om hun onderliggende argumentaties te noteren.<br />
In een tweede vragenblok zoomden we in op concrete beleidsalternatieven. Welke<br />
instrumenten beschouwt het Delphi-panel als effectief om de mobiliteitsvraag te beheersen en<br />
welke niet? We gaven een opsomming van verschillende types van instrumenten en vroegen<br />
de deskundigen om hun mening inzake de wenselijkheid van hun effecten op het milieu, de<br />
economie en de maatschappij.<br />
Bevragingstechniek: stellingen i.v.m. concrete maatregelen ter beheersing van de<br />
mobiliteitsvraag. Ook hier konden de respondenten antwoorden op een 4-puntenschaal en<br />
werden zij uitgenodigd om hun antwoorden te beargumenteren.<br />
In het derde blok werd ingegaan op het instrument van verhandelbare mobiliteitsrechten, en<br />
meerbepaald het scenario van verhandelbare autokilometerrechten (VAR). Vooreerst werd het<br />
instrument kort geschetst aan de panelleden met zijn voornaamste principes, inspiratiebronnen<br />
en concrete pistes voor implementatie. Vervolgens werden de hypothesen van effecten voor<br />
milieu, economie en maatschappij en technologische haalbaarheid aangehaald in stellingen en<br />
werd naar de eerste reacties gepolst.<br />
<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 131