PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk
Draagvlak”
In tabel 35 worden per probleemveld de gemiddelde scores voor de totale groep weergegeven
alsook de modus en de mediaanwaarde. Hoe lager de waarde, hoe meer respondenten akkoord
gingen met de stelling. Grosso modo gaat de groep akkoord met het feit dat er een negatieve
impact uitgaat van de toename van het wegverkeer op elk van de aangehaalde
probleemvelden. Het probleem van congestie wordt het sterkst geassocieerd met de toename
van het transport over de weg, verkeersonveiligheid wordt het minst geassocieerd met deze
volumestijging.
Tabel 35: Stellingen over het verband tussen de groei in het wegtransport en maatschappelijke problemen
Toename autogebruik en vrachtvervoer langs de weg geeft N Gemid. Modus Me-
aanleiding tot….
#resp. Score (abs.#r) diaan
Congestie met negatieve economische gevolgen , stress,
verkeersagressie …
38 1,5 1(20) 1
Milieuproblemen (luchtverontreiniging en aantasting kwaliteit van
water, opwarming van de aarde en negatieve effecten op de
gezondheid
37 1,7 1 (17) 2
Autogericht lokatiepatroon waardoor een groep van vervoersarmen
ontstaat …
37 1,9 2 (14) 2
Aantasting van de woonkwaliteit in de steden, onveiligheidsgevoel,
verkeerslawaai..
37 2,0 2 (16) 2
Meer en ernstigere verkeersongevallen met economische en
menselijk leed …
38 2,1 2 (19) 2
1= helemaal akkoord / 2 = akkoord / 3 = eerder niet akkoord / 4 = helemaal niet akkoord
25% van de respondenten (10 of 11 personen) is eerder niet of helemaal niet akkoord met de
stelling als zou er een rechtstreeks oorzakelijk verband zijn tussen enerzijds de toename in het
wegtransport en anderzijds de toename in verkeersonveiligheid, verkeersonleefbaarheid en of
vervoersarmoede.
Als we de antwoorden bekijken per deelgroep binnen het Delphi-panel - mobiliteitsactoren,
beleidsactoren en gebruikers – dan merken we dat de groep van mobiliteitsactoren het
verband tussen de transportgroei en de vernoemde problemen minder scherp stellen: de
gemiddelde scores liggen voor deze groep overal hoger. Bij het probleem van congestie en
milieu gaat de helft van de groep akkoord met het geschetste oorzakelijke verband
(mediaan=2). Inzake het probleem van vervoersarmoede, verkeersonleefbaarheid en -
onveiligheid, gaat de helft tot meer dan de helft niet meer akkoord. Gezien de zeer kleine
aantallen kunnen we echter niet veel belang hechten aan deze verschillen.
PODO II - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 139