PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />
Draagvlak”<br />
Een eerste belangrijke vraag is of er wel een voldoende probleembesef aanwezig is: The pain<br />
must be worth the gain. Als er geen consensus is over het probleembesef (hetzij congestie,<br />
verkeersonveiligheid, luchtvervuiling, verkeersonleefbaarheid, lawaaioverlast, enz. ) is het<br />
moeilijk om iemand ervan te overtuigen om stappen te ondernemen.<br />
Ten tweede moet kunnen aangetoond worden dat hetgeen men voor ogen heeft – in casu een<br />
verandering in het gebruik van de auto - noodzakelijk is om het probleem aan te pakken.<br />
Sterker nog, er moet kunnen aangetoond worden dat het niet reduceren van het autogebruik<br />
het probleem nog zou groter maken. Bv. men moet het eens zijn over het feit dat de<br />
technologische vooruitgang alleen geen soelaas biedt.<br />
Een derde vraag luidt hoe aan dit probleem best wordt gewerkt, met name de keuze van het<br />
instrument: prijsmechanisme, normering/rantsoenering van autogebruik, technologische<br />
innovatie, een beter aanbod van openbaar vervoer voorzien, of een combinatie van<br />
maatregelen prijs en regulering, enz. Onzekerheid over effectiviteit van de voorgestelde<br />
maatregel of het voorgestelde maatregelpakket moet worden weggewerkt: inelastische vraag<br />
naar mobiliteit; latente vraag naar automobiliteit, etc. Vrees voor ongewenste neveneffecten<br />
moet worden weggewerkt: ontstaan van nieuwe pieken buiten de huidige piekuren,<br />
sluipwegen om tolpoorten te ontwijken, enz.. Vrees voor onbetrouwbaarheid van de werking<br />
van de technologie in het systeem moet aangepakt worden: fraude kan systeem ontkrachten,<br />
mogelijk crashen van systeem, big brother-gevoel etc.<br />
Tot slot moet het wantrouwen t.a.v. gelijkheidsaspecten van het voorgestelde systeem van<br />
prijszetting aangepakt worden. In het gelijkheidsconcept maakt men onderscheid tussen<br />
volgende dimensies: (1) recht op mobiliteit voor iedereen, toegankelijkheid waarborgen<br />
(vervoersarmoede), (2) financiële draagkracht in relatie tot ‘vervuiler/gebruiker betaalt’principe<br />
(enkel de rijkeren baten bij dit systeem want zij zijn flexibeler, kunnen extra betalen,<br />
...) en (3) het (her)verdelingsvraagstuk: rekening houden met de minder bedeelden in de<br />
samenleving.<br />
4.1. Onderzoeksmethoden<br />
Vanuit het voorgaande overzicht van bestaand draagvlakonderzoek, verwachten we geen al te<br />
groot maatschappelijk draagvlak voor VMR. Het gaat tenslotte ook om een prijsmechanisme<br />
en geen maatregel die het vervoersaanbod rechtstreeks uitbreidt of ondersteunt; er zullen naast<br />
winnaars ook steeds verliezers zijn. En het systeem steunt voor een groot stuk op nieuwe<br />
informatietechnologieën -vrij analoog aan systemen van kilometerheffingen -, waartegen<br />
zoals uit onderzoek gebleken is, een zeker wantrouwen is (vrees voor fraude en voor inbreuk<br />
op de privacy).<br />
Omdat met verhandelbare rechten een herverdeling plaatsvindt tussen veelvuldig<br />
autogebruikers en niet (of kleine)-autogebruikers, en men niet vanaf de eerste kilometer moet<br />
betalen maar zelfs een financiële bonus kan bekomen, zouden we geneigd zijn om bij het<br />
bredere publiek toch een groter draagvlak te vinden dan bij congestie- of kilometerheffingen.<br />
Ook bij het beleid verwachten we een draagvlak dat niet echt groot is, maar toch groter dan<br />
voor andere belastingssystemen. De centrale doelstelling van het systeem wordt immers<br />
buiten de markt geplaatst (er wordt een algemene norm vastgelegd door de overheid) en aan<br />
individuen wordt ruimte gelaten om binnen mogelijkheden en wensen aan deze geaggregeerde<br />
norm te voldoen. De overheid blijft een actieve rol toebedeeld: bij de jaarlijkse vastlegging<br />
<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 128