22.08.2013 Views

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />

Draagvlak”<br />

Vervolgens wordt elke tak opgedeeld in een ‘globale emissie’ en ‘lokale emissie’. Onder<br />

‘globale emissie’ verstaan we de gassen die vallen onder het Kyotoprotocol zijnde CO2 en de<br />

in CO2 uitgedrukte equivalenten CH4, N2O, HFCs, PFCs en SF6. Zij zijn verantwoordelijk<br />

voor de klimaatverandering, het serre-effect en de erosie van de ozonlaag. Dit criteria vangt in<br />

eerste instantie het element van solidariteit tussen generaties zijnde ‘het niet in gedrang<br />

brengen van de bevrediging van de behoeften van toekomstige generaties’ evenals het<br />

element van bewaring van het eco-systeem, de fauna en de flora. In de tak ‘lokale emissie’<br />

worden O3, NOx, PM, VOC, CO, SO2 en Pb beschouwd. Zij brengen schade toe aan de<br />

gezondheid en gebouwen. Merk op dat om volledig te zijn in principe nog ‘regionale emissie’<br />

zou moeten worden opgenomen in de stamboom. Vele van de genoemde gassen kunnen<br />

honderden tot duizenden kilometers “reizen” vooraleer ze hun effect doen gelden. In het kader<br />

van deze studie is dit niet haalbaar. Hoewel de effecten van VMR kunnen verschillen<br />

naargelang de ernst van hun ecologische impact beschouwen we ze als gelijk met<br />

uitzondering van de takken ‘congestie & concentratie’ en ‘wagenproductie’. De eerst<br />

genoemde is ontegensprekelijk vooral van lokaal belang. ‘Wagenproductie’ beschouwen we<br />

vooral globaal: enerzijds omdat bij ‘wagenproductie’ voornamelijk broeikasgassen vrijkomen<br />

en anderzijds gaan we ervan uit dat enkele uitzonderingen niet te nagelaten de autoproductie<br />

niet plaatsvindt in stedelijke centra.<br />

Verkeersongelukken wordt niet opgenomen in de evaluatie van VMR omdat enerzijds de<br />

relatie met de vraagbeperking onduidelijk is en anderzijds deze beter met andere<br />

beleidsinstrumenten bestreden worden. Geur- en geluidshinder komen indirect aan bod.<br />

Geurhinder die vooral verspreid wordt door dieselwagens valt enigszins onder het criteria van<br />

brandstoffen terwijl geluidshinder aan bod komt in het volgende hoofdstuk bij het<br />

beschouwen van de beschermende maatregels zoals bijvoorbeeld isolatie.<br />

3.2.2. Evaluatie<br />

3.2.2.1. Plafond<br />

De vastlegging van plafond drukt de beleidsintenties uit, zijnde de realisering van een daling<br />

van de externaliteiten, in casu de emissie, door een daling van de vraag naar transport op te<br />

leggen ten opzichte van een referentiejaar via VAR, VBR of VTR. In deze tak wordt het<br />

eigenlijke doel van de maatregel voorgesteld. Het globaal en lokaal ecologisch effect wordt<br />

beschouwd in een voor het overige onveranderende omgeving. Andere factoren van invloed<br />

worden in de andere takken behandeld. De mogelijke neveneffecten van de VMR-maatregel<br />

worden in eerste instantie als het ware genegeerd en enkel de verhoopte emissiedaling<br />

resteert. In de preliminaire scenario’s werd 1998 als referentiejaar voor het plafond<br />

vooropgesteld. Uit volgende tabellen blijkt wat dergelijke beperking inhoudt.<br />

Als we de impact van taxi’s en ziekenwagens en dergelijke verwaarlozen, houden de<br />

preliminaire scenario’s VAR en VBR 37 in: een gemiddelde daling (ten opzichte van het jaar<br />

2002) met 6% voor België, en voor het Brussels, Vlaams en Waals Gewest respectievelijk<br />

9%, 5% en 7%. Deze doelstelling is ver verwijderd van de reeds bescheiden Kyoto-<br />

37 Hierbij gaan we ervan uit dat de plafonds voor VAR en VBR evenwaardig worden gedefinieerd. Dat wil<br />

zeggen dat bij de bepaling voor het plafond van VBR rekening gehouden wordt met de evolutie in zuiniger<br />

brandstofverbruik, zoniet is het plafond in verbruikt aantal brandstofliters van 1998 allicht van weinig betekenis.<br />

<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 74

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!