22.08.2013 Views

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />

Draagvlak”<br />

omstandigheden of/en wensen die zich kunnen voordoen die de nood aan automobiliteit<br />

beperken. Denk aan ziekte, verhuis, verandering van werkplaats, werkloosheid, precaire<br />

arbeidscontracten, enzoverder. Het risico op de vorming van ‘temporal hot spots’ bestaat hier<br />

eveneens. Tot slot, bevorderen kortere geldigheidsperiodes trouwens de liquiditeit op de<br />

markt vanaf implementatie van het systeem. Ook sluiten ze mogelijke grote tekorten aan<br />

VMR op het einde van geldigheidsperiodes uit waarbij de prijs ver zou uitstijgen boven de<br />

marginale kost (Colby, 2000). Aldus wordt de voorwaarde van handel in homogene<br />

“reproducable goods” bevredigd (Shipman, 1999).<br />

Andere tijdsaspecten betreffen de gevolgen van emigratie en immigratie. Deze zijn<br />

vanzelfsprekend niet aan elkaar gelijk. Bij emigratie zal een overschot aan rechten op de<br />

lokale markt zal ontstaan. Bij immigratie zal een tekort rijzen of als de immigranten per<br />

definitie ook een gratis basispakket toebedeeld krijgen een overschrijding van het plafond.<br />

Het is aangeraden om hier een rol weg te leggen voor de overheid die rechten koopt bij<br />

overschot en reserve behoudt om ter beschikking te stellen aan de nieuwe agenten (O’Brien,<br />

1999). Gelijkaardige problemen stellen zich bij geboortegolven en vergrijzing.<br />

Een belangrijk verschil tussen de meeste VR systemen en een systeem van VMR voor<br />

personen is de aard van de economische agenten. In het ene geval gaat het om bedrijven<br />

terwijl in het andere geval het gaat personen of gezinnen. Een marktvoorwaarde is de<br />

mogelijkheid tot substitutie van goederen teneinde duidelijk de kosten en de baten te kunnen<br />

overwegen. Bedrijven beschikken in die zin over de nodige strategische opties. Ze kunnen in<br />

functie van de kosten en baten overwegen te vervuilen, te produceren met<br />

milieuvriendelijkere technologieën, leveringsschema’s aanpassen, de productie heroriënteren,<br />

doorrekenen aan de consument, enzoverder. Immers, bij Pareto-efficiënte handel in<br />

eigendomsrechten is de prijs een maatstaf voor de marginale substitutie van twee goederen<br />

(Varian, 1999). Personen ervaren een dwangrelatie in de realisering van hun afgeleide<br />

behoeften aan mobiliteit. Zoals Dales (1968) opmerkt gaat het bij systemen van VR<br />

bovendien niet om zuivere markten. Door het plafond stijgt het aanbod niet bij prijsstijgingen.<br />

Bovendien betreft het één product met een beperkt aantal alternatieven. Als er dus een gebrek<br />

aan alternatieven bestaat voor het rijden met de auto, onder meer door een ruimtelijk<br />

gedefinieerde vraag, of als de economische agenten van zeer heterogene aard zijn, wordt dat<br />

evenwicht allerminst bereikt. Een verhuis is bij personen, zoals gezegd, evenmin een moeilijk<br />

haalbare strategische optie omwille van onzekerheid van werkplaats, culturele<br />

standvastigheid, huisbezit en sociale netwerken.<br />

Dat laatste brengt ons bij de verdeling en de budgetten van de economische agenten.<br />

Eveneens een marktvoorwaarde bij handel in externaliteiten is dat de economische agenten<br />

over min of meer gelijke budgetten beschikken. Varian (1999) toonde de mogelijkheid tot<br />

efficiëntie van handel in eigendomsrechten aan in Edgeworth-diagramma, evenwel met de<br />

impliciete veronderstelling van gelijke budgetten. Voor wat betreft transport kan daar<br />

eveneens aan toegevoegd worden min of meer gelijke noden aan automobiliteit. Zoals boven<br />

bleek in de sociale evaluatie van de gevolgen voor de verschillende klassen heeft de<br />

middenklasse het meest te lijden onder systemen VMR.<br />

Deze voorwaarden zijn een direct gevolg van de veronderstelling van geaggregeerde, exogene<br />

preferenties in een efficiënte marktwerking. Sen, Nobelprijswinnaar economie in 1998, is<br />

duidelijk over de consequentie als de veronderstellingen in de realiteit totaal niet wordt<br />

gehaald: ‘if utility functions are ordinal, non-comparable, only possible consistent welfare<br />

<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 121

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!