22.08.2013 Views

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />

Draagvlak”<br />

de privatisering van land of de toegang ervan, werd al heel wat gerealiseerd. Maar, ‘we are all<br />

still struggling to close the commons to pollution by automobiles, factories, insecticide<br />

sprayers, fertilizing operations, and atomic energy installations’. Hardin is zich terdege<br />

bewust van de sociale gevolgen. ‘Every new enclosure of the commons involves the<br />

infringement of somebody’s personal liberty’. Het alternatief waarvoor geopteerd werd in<br />

deze maatschappij is, vervolgt hij, gebaseerd op privé-eigendom gekoppeld aan nalatenschap.<br />

Hij acht dit niet bepaald rechtvaardig. Maar, zo vindt hij: ‘Injustice is preferable to total ruin’.<br />

Hardin gaat echter uit van een vrijheid, de vrijheid om zich voort te planten, de vrijheid van<br />

de herder om zijn schapen te laten grazen of de vrijheid van een automobilist om gebruik te<br />

maken van zijn voertuig. En daar schuilt een denkfout. In ’t geval van transport, bijvoorbeeld,<br />

zoals in elk inleiding in transporteconomie geschreven staat, hebben we te maken met een<br />

dwangrelatie. Werken dwingt de mens tot mobiliteit van woonst naar bedrijf en terug.<br />

Schoolgaan dwingt kinderen en ouders tot mobiliteit van woonst naar school en terug. En de<br />

lokalisatie van de woonplaats is al eveneens afhankelijk van factoren als stadsverloedering,<br />

hoge huurprijzen, huisbezit en/of sociaal netwerk. Evenmin is de lokalisatie van school en<br />

werkplaats het voorwerp van een vrije keuze. Bovendien is de beschikbaarheid van<br />

alternatieven voor automobiliteit afhankelijk van de woonplaats. Een en ander kan men ook in<br />

het licht zien van één der neo-klassieke veronderstellingen zoals deze van het bestaan van<br />

exogeen gegeven preferenties. In het geval van transport hebben we duidelijk te maken met<br />

endogene preferenties. In die zin hebben we bij passagiersvervoer te maken met wat in Frans<br />

meestal aangeduid wordt met de “polluteurs subis”, versus “les polluteurs choisis”.<br />

Naast het effect van ecologische beleidsmaatregels op sociale rechtvaardigheid stelt zich<br />

omgekeerd ook de vraag of internalisering zal volstaan in het wegwerken van de<br />

externaliteiten als sociale ongelijkheden aan de basis liggen van externaliteiten. Mocht dat het<br />

geval zijn dan is het mogelijk dat internalisering van de ene externaliteit leidt tot het creëren<br />

van een andere.<br />

Volgens auteurs als Lipietz (2003) en Campbell (1996) heeft duurzame ontwikkeling<br />

onmiskenbaar een sociaal aspect. Campbell spreekt van een driehoek, met duurzame<br />

ontwikkeling als zwaartepunt, van doelstellingen voor de overheid: economie, milieu en<br />

sociale rechtvaardigheid. Drie prioriteiten, drie conflicten zijnde het eigendomsconflict, het<br />

grondstoffenconflict en het ontwikkelingsconflict. Een voorbeeld van dat laatste is, zo stelt<br />

Campbell, de spanning tussen een daling van de vervuiling en een eerlijkere toegang tot het<br />

verkeer of algemener een conflict tussen milieubehoud en sociale rechtvaardigheid. Inequity<br />

and the imbalance of economic power are often issues at the heart of economic-environment<br />

conflicts’. Een voorbeeld zijn bijvoorbeeld hogere huurprijzen en een zeker voor kinderen<br />

onleefbare stad die de stadsvlucht en de suburbanisatie in de hand werken met stijgend woonwerkverkeer<br />

tot gevolg. Volgens Campbell is het dan ook de taak van de overheid duurzame<br />

ontwikkeling nastrevende om de drie conflicten te verzoenen. Campbell citeert het besluit van<br />

het Brundlandt: ‘If large parts of the developing world are to avert economic, social and<br />

environmental catastrophes, it is essential that global economic growth be revitalized’.<br />

Inderdaad, zegt Campbell, maar dan alleen als de vruchten van die groei evenwichtig en<br />

eerlijker verspreid worden zal ‘the poor be able to restore and protect their environment<br />

whose devastation so immediately degrades their quality of life. In other words, the<br />

development conflict can be resolved only if the property conflict is resolved as well’. Vanuit<br />

de invalshoek duurzame ontwikkeling krijgt eerlijke distributie dan 3 perspectieven: een<br />

socio-ruimtelijke (tussen sociale groepen en staten), een intergenerationele en het behoud van<br />

fauna en flora. Ook bij Lipietz vinden we dergelijke redenering terug. Hij spreekt over een<br />

<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 96

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!