PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
PODO II - Federaal Wetenschapsbeleid
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Project CP/35 - “Verhandelbare Mobiliteitsrechten: Haalbaarheid, Socio-economische effectiviteit en Maatschappelijk<br />
Draagvlak”<br />
verdeling van emissierechten kan als een subsidie worden beschouwd, wat implicaties inhoudt<br />
voor de concurrentiepositie van een land, een sector of een individueel bedrijf. Bij de<br />
toekenning van emissierechten moet daarom rekening gehouden worden met de Europese<br />
concurrentieregels ter zake (Bernheim, 2001, p. 78).<br />
2.3.2.2. ‘Grandfathering’ van de rechten<br />
Als er gekozen wordt voor een cap en trade systeem, kan de initiële allocatie van<br />
emissierechten gratis geschieden op basis van historische emissies, eventueel gecorrigeerd<br />
met emissienormen. Dit is het zogenaamde ‘grandfathering’ principe. In deze methode<br />
verdeelt de overheid de rechten dus gratis over de marktpartijen, en heeft zij dus een volledige<br />
invloed op de samenstelling van de markt. Dit brengt met zich mee dat ongewenste<br />
monopolievorming relatief eenvoudig kan worden voorkomen. Het grote voordeel van dit<br />
systeem is dat het niet gepaard gaat met een grote toename van de kosten voor de betrokken<br />
vervuilers. De financiële inspanningen beperken zich tot de eventuele aankoop van<br />
emissierechten voor de uitstoot van de vervuiler boven op de gratis toegekende rechten, of de<br />
aanpassingsinvesteringen die hij doet om het emissieniveau waarvoor hij rechten heeft te<br />
bereiken. Daarnaast bestaan er opportuniteitskosten voor het aanhouden van emissierechten<br />
die op de markt ten gelde kunnen gemaakt worden. Bestaande bedrijven zullen het systeem<br />
ook gemakkelijker gaan aanvaarden, zij verkrijgen immers ‘gratis’ een emissierecht.<br />
‘Grandfathering’ is gebaseerd op het beginsel van het verworven recht van de vervuilers, net<br />
zoals de eerste eigenaars van grond op een gegeven moment er het eigendomsrecht over<br />
hebben verworven (Bernheim, 2001, p. 78).<br />
Een nadeel van deze methode is dat er problemen ontstaan bij toewijzing van rechten aan<br />
nieuwkomers op de markt. Nieuwkomers moeten rechten kopen van gevestigde<br />
ondernemingen, en moeten dus uitgaven doen die de gevestigde ondernemingen niet moeten<br />
doen. Dit hoeft echter geen werkelijke toetredingsbarrière te zijn. ‘Grandfathering’ betekent<br />
namelijk niet dat de gevestigde bedrijven er verder geen rekening mee moeten houden. Op het<br />
moment dat een bedrijf een emissievergunning heeft, betekent het houden van de vergunning<br />
een opportuniteitskost die even hard in de bedrijfsbeslissingen van de gevestigde<br />
onderneming moet worden gewogen als in de beslissing van de toetreder (Brouwer et al.,<br />
2001). De overheid kan ook rechten opzij zetten voor nieuwe deelnemers. Dit systeem<br />
impliceert dat de nieuwe deelnemers geen directe additionele kosten hebben om de markt te<br />
betreden. ‘Grandfathering’ is over het algemeen goedkoper voor deelnemende entiteiten<br />
omdat zij enkel rechten moeten kopen voor emissies in surplus van hun initiële gratis<br />
allocatie. Zij ontvangen een zogenaamde ‘windfall profit’. Het recht vertegenwoordigt een<br />
vermogenstitel op de markt voor de verhandelbare rechten die wordt verkregen zonder dat de<br />
partij daar een vergoeding voor heeft moeten betalen.<br />
Een bijkomende opmerking is dat men, wanneer men kijkt naar historische emissies, ook<br />
rekening zou moeten houden met eventuele eerdere investeringsinspanningen van bedrijven.<br />
Op korte termijn kan ‘grandfathering’ leiden tot een stijging in de vervuiling omdat bedrijven<br />
ervan op de hoogte zijn dat meer huidige emissies leiden tot een hoger aantal toekomstige<br />
rechten. Natuurlijk kan dit een stimulans geven om huidige emissies op te krikken met doel<br />
om een hogere initiële verdeling van rechten te verkrijgen. Dit probleem kan vermeden<br />
worden door de initiële verdeling te baseren op de ‘command-and-control’ toegestane<br />
emissies en niet op de echte emissies. Hierdoor zullen stijgende emissies geen stijging in de<br />
rechten betekenen (Tietenberg, 2001).<br />
<strong>PODO</strong> <strong>II</strong> - Deel I - Duurzame productie- en consumptiepatronen – Transport 26