31.08.2013 Views

Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...

Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...

Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Amsterdam Cs). De oplossing werd toen gezocht in de oprichting van de stuurgroep sts, een<br />

samenwerkingsverband tussen de verschillende spoorpartijen. De stuurgroep sts heeft een<br />

‘sts-reductieplan’ opgesteld. Dat plan bevat maatregelen die zijn gericht op het beheersen van de<br />

sts-problematiek. De maatregelen in dat plan zijn over het algemeen echter nauwelijks gericht op<br />

het tegengaan van situaties waarin rode seinen nodig zijn of op het beperken van de gevolgen van<br />

sts-passages, maar concentreren zich op het tegengaan van sts-passages en daarbij <strong>voor</strong>al op<br />

het uitrusten van een aantal bestaande seinen met Atb-VV. Het effect van de maatregelen uit het<br />

sts-reductieplan is niet doorgerekend maar globaal geschat. Zoals eerder in deze beschouwing is<br />

beschreven, werd aangenomen dat het aanbrengen van Atb-VV bij 20% van de seinen zou leiden<br />

tot 80% afname van het risico op sts-passages. Deze aanname bleek echter niet correct te zijn.<br />

Ook is niet afgewogen welke maatregelen redelijkerwijs mogelijk zijn om de sts-problematiek te<br />

beheersen. Maatregelen die daaraan kunnen bijdragen, zoals het tegengaan van conflicten in de<br />

dienstregeling, het herroepen van een sein door de treindienstleider (melding trein door rood) en<br />

het automatisch op rood zetten van het tegensein, zijn zonder afdoende onderbouwing buiten het<br />

reductieplan gelaten. De stuurgroep sts heeft ook niet inzichtelijk gemaakt welke maatregelen<br />

tegen welke kosten aanvaardbaar zijn. Het eerder geconstateerde probleem van het ontbreken van<br />

een structurele oplossing is ook met de activiteiten van de stuurgroep niet verholpen.<br />

sloT<br />

met de verzelfstandiging en opsplitsing van het oude staatsbedrijf Ns in de jaren negentig zijn de<br />

onderlinge verhoudingen op het spoor veranderd. Waar de minister vroeger uitsluitend te maken<br />

had met de Ns, die zowel <strong>voor</strong> de infrastructuur als <strong>voor</strong> het vervoer verantwoordelijk was, zijn<br />

tegenwoordig diverse partijen op het spoor actief. Het beheer van de infrastructuur berust bij<br />

prorail. Het vervoer, inclusief het gebruik van het materieel, berust bij de vervoerders. De overheid<br />

is verantwoordelijk <strong>voor</strong> het systeem.<br />

er is sprake van een vorm van ketenverantwoordelijkheid: de diverse betrokken partijen hebben<br />

in de verschillende fasen van beveiliging en gebruik van het spoor een eigen verantwoordelijkheid,<br />

ieder <strong>voor</strong> zover het in hun macht is invloed uit te oefenen op de veiligheid. De raad verwacht<br />

daarom van alle partijen dat zij continu afwegen bij welk veiligheidsniveau in hun opvatting een<br />

verantwoord gebruik van het spoor nog wel mogelijk is en wanneer dat niet meer mogelijk is. Dit<br />

principe is tevens verankerd in de spoorwegwetgeving.<br />

Hierbij heeft de beheerder van de infrastructuur, prorail, een bijzondere taak omdat deze partij<br />

binnen de keten een knooppunt is van alle informatie over de staat van de veiligheid op het spoor.<br />

Vanuit deze positie kan ProRail knelpunten identificeren en veranderingen in gang zetten. Naast<br />

het beheer van het spoor verzorgt prorail ook de treindienstleiding op het spoor. Verwacht mag<br />

worden dat prorail deze positie benut, bestaande en nieuwe risico’s <strong>voor</strong> de veiligheid op het<br />

spoor bundelt en analyseert, en op basis daarvan afweegt welke maatregelen nodig zijn om veilig<br />

gebruik te garanderen. Indien de beschikbare middelen niet toereikend zijn om de risico’s tot een<br />

aanvaardbaar niveau terug te brengen, dan moet prorail een herprioritering <strong>voor</strong> de inzet van die<br />

middelen overwegen. pas indien de te nemen maatregelen van dien aard zijn dat een herprioritering<br />

niet volstaat, dient prorail de minister te waarschuwen opdat deze een eigen afweging kan maken<br />

en eventueel kan besluiten om additionele middelen beschikbaar te stellen. Dit is een eigenstandige<br />

verantwoordelijkheid van prorail, die niet afhankelijk is van klachten van vervoerders. prorail dient<br />

ook de gebruikers van het spoor aan te spreken op het nemen van de benodigde maatregelen.<br />

Daarnaast moeten de vervoerders vanuit de eigen verantwoordelijkheid zelf vaststellen of de inzet<br />

van een trein <strong>voor</strong> het vervoer van personen of goederen veilig is of niet. 20 Wanneer Ns reizigers<br />

besluit om reizigers over het spoor te vervoeren, gaat idealiter aan dit besluit de afweging <strong>voor</strong>af of<br />

20 De raad sprak zich al eerder in deze zin uit, in het rapport ‘Ontsporing Amsterdam Centraal’ van<br />

december 2007. Het betrof daar de invulling van verantwoordelijkheden bij het toepassen van nieuwe<br />

concepten. Daar overwoog de raad verder: ‘Vervoerders hebben de primaire verantwoordelijkheid om<br />

er<strong>voor</strong> te zorgen dat met name passagiers veilig worden vervoerd. Infrastructuurbeheerders hebben<br />

een eigen verantwoordelijkheid om de rand<strong>voor</strong>waarden helder te maken die de infrastructuur aan te<br />

introduceren voertuigen stelt.’<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!