Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...
Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...
Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De wet stelt enkele functionele eisen aan het Vms van spoorwegondernemingen. 53 Het Vms moet<br />
onder andere waarborgen dat de spoorwegonderneming:<br />
• ‘bij de normale bedrijfsvoering en bij <strong>voor</strong>zienbare afwijkingen daarvan geen schade berokkent<br />
en niemand onnodig hindert of in gevaar brengt en zorgt dat het spoorverkeer zo veel mogelijk<br />
zonder verstoringen kan worden afgewikkeld;<br />
• rekening houdt met de specifieke vereisten wanneer de normale bedrijfsvoering raakt aan die<br />
van andere gebruikers van de spoorweg of van de beheerder;<br />
• de aan de bedrijfsvoering verbonden risico’s onderkent en passende maatregelen neemt om<br />
deze afdoende te beheersen en daarbij rekening houdt met de stand der techniek en de binnen<br />
de bedrijfstak aanwezige kennis en richtsnoeren <strong>voor</strong> een veilige bedrijfsvoering;<br />
• procedures vaststelt en hanteert <strong>voor</strong> het nemen van corrigerende maatregelen bij afwijkingen<br />
en incidenten, alsmede <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tdurend verbeteren van het veiligheidsniveau met het oog<br />
op zich wijzigende omstandigheden en op grond van opgedane ervaringen;<br />
• er<strong>voor</strong> zorg draagt dat werknemers met een veiligheidsfunctie met het oog op het behouden<br />
van hun geschiktheid, kennis en bekwaamheid <strong>voor</strong> de desbetreffende functie de noodzakelijke<br />
oefening hebben en de noodzakelijke nadere of aanvullende scholing, opleiding en studie<br />
volgen.’<br />
De wet stelt verder opleidings- en geschiktheidseisen aan personeel van de spoorwegonderneming<br />
met een veiligheidsfunctie 54 en aan het materieel waarmee de spoorweg wordt bereden. 55<br />
Zoals hierboven is vermeld, schrijven de spoorwegwet en de beheerconcessie <strong>voor</strong> dat de<br />
infrastructuurbeheerder en de vervoerders de veiligheidsrisico’s ‘met passende maatregelen<br />
afdoende’ moeten beheersen. In de tweede en Derde Kadernota railveiligheid 56 , waarin het<br />
overheidsbeleid ten aanzien van de spoorwegveiligheid vastligt, is – in aansluiting op de spoorwegwet<br />
en de beheerconcessie - uitgewerkt wat hiermee wordt bedoeld. In die Kadernota’s is aangegeven<br />
dat het ALArp 57 -principe de maatstaf is <strong>voor</strong> afdoende beheersing van de veiligheidsrisico’s. Dat<br />
principe houdt in dat de verantwoordelijke partijen er<strong>voor</strong> moeten zorgen dat de beschikbare<br />
maatregelen worden genomen tenzij aan een maatregel aantoonbaar onredelijke kosten en/of<br />
andere consequenties zijn verbonden.<br />
3.1.3 Van de Spoorwegwet afgeleide besluiten en regelingen<br />
ter uitvoering van de spoorwegwet zijn diverse besluiten en regelingen vastgesteld. De <strong>voor</strong><br />
dit onderzoek relevante besluiten en regelingen worden hieronder kort beschreven. De in deze<br />
paragraaf beschreven besluiten en regelingen zijn allen op 1 januari 2005 in werking getreden.<br />
Besluit spoorweginfrastructuur en Regeling hoofdspoorweginfrastructuur<br />
Het Besluit bevat met name bepalingen met betrekking tot keuring, certificering, onderhoud<br />
en herstel van de hoofdspoorweginfrastructuur en de bescherming van de hoofdspoorweg<br />
en zijn omgeving. De regeling beschrijft onder meer aan welke technische basiseisen de<br />
hoofdspoorweginfrastructuur en spoorvoertuigen moeten voldoen.<br />
In de regeling ligt onder meer vast dat het beveiligingssysteem van de hoofdspoorweginfrastructuur 58<br />
moet waarborgen dat de rijwegen van de treinen gescheiden zijn. 59 De regeling bepaalt ook dat<br />
de veilige berijdbaarheid van de rijwegen door middel van seinen of cabinesignalering aan de<br />
treinbestuurders kenbaar wordt gemaakt. 60 Verder schrijft de regeling <strong>voor</strong> dat het betreffende<br />
deel van de hoofdspoorweginfrastructuur moet zijn <strong>voor</strong>zien van een treinbeïnvloedingssysteem<br />
53 Art. 33 lid 2 spoorwegwet.<br />
54 Art. 49 en 50 spoorwegwet.<br />
55 Art. 36 spoorwegwet.<br />
56 ministerie van Verkeer en Waterstaat, Veiligheid op de rails. tweede kadernota railveiligheid, november<br />
2004 (tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 29 893.nrs. 1 en 2); ministerie van Verkeer en<br />
Waterstaat, Veilig vervoeren, veilig werken, veilig leven met spoor. Derde kadernota railveiligheid, juni<br />
2010 (tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 29 893, nr. 106).<br />
57 As low as reasonably practicable.<br />
58 Art. 7 lid van de spoorwegwet schrijft <strong>voor</strong> dat hoofdspoorwegen waar sneller dan 40 km/uur gereden<br />
mag worden, <strong>voor</strong>zien moeten zijn van een beveiligingssysteem.<br />
59 Art. 13 lid 1 regeling hoofdspoorweginfrastructuur.<br />
60 Art. 13 lid 2 regeling hoofdspoorweginfrastructuur.<br />
37