Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...
Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...
Rapport treinongeluk Barendrecht.pdf - Onderzoeksraad voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nederland. Op het Nederlandse spoorwegnet komt het op veel plaatsen <strong>voor</strong> dat, net als bij<br />
barendrecht, het <strong>voor</strong>bij rijden van een rood sein niet onmiddellijk leidt tot het automatisch terug<br />
op rood zetten van de seinen <strong>voor</strong> andere naderende treinen. Het spoor is zo aangelegd dat een<br />
tegensein pas rood wordt, wanneer een trein daadwerkelijk in de rijweg van een andere trein komt.<br />
5.4.2 Herroepen sein<br />
doel. Als een trein een rood sein passeert, kan de treindienstleider proberen een botsing te<br />
<strong>voor</strong>komen of de gevolgen daarvan te beperken door de rijweg van een andere trein die het<br />
gevaarpunt nadert in te trekken, waardoor de betreffende seinen rood worden en doorrijden niet<br />
is toegestaan.<br />
barendrecht. Op het beeldscherm van de treindienstleider was zichtbaar dat de gemengde<br />
goederentrein <strong>voor</strong>bij het rode sein reed. Als de treindienstleider dat had gezien, had hij het<br />
sein <strong>voor</strong> de andere goederentrein kunnen herroepen of een alarmoproep kunnen plaatsen (zie<br />
paragraaf 5.4.3). Dat was bij barendrecht niet mogelijk omdat hij op het moment van de botsing<br />
niet op zijn werkplek aanwezig was.<br />
nederland. Het continu bewaken van alle treinbewegingen wordt door prorail en Keyrail niet<br />
tot de taak van de treindienstleider gerekend. In veel gevallen is het bediengebied van een<br />
treindienstleider zo omvangrijk dat de treinenloop te complex is om door één persoon volledig te<br />
worden bewaakt. Zijn taak bestaat daarom uit het instellen van rijwegen en niet uit het tevens<br />
bewaken daarvan. Het werkproces is daar ook niet op ingericht.<br />
Om te realiseren dat een treindienstleider direct ingrijpt bij dreigend gevaar na passage van een<br />
rood sein heeft de treindienstleider een technisch hulpmiddel nodig. een dergelijke technische<br />
ondersteuning bestond in het verleden. Deze functionaliteit, genaamd ‘trein door rood’, bestond<br />
in twee varianten. bij de eerste variant vielen na een melding ‘trein door rood’ automatisch alle<br />
omliggende seinen op rood. bij de tweede variant kreeg de treindienstleider een melding waarop<br />
verplicht actie ondernomen moest worden. De functionaliteit is, in afwachting van een betere<br />
versie, rond 2000 uitgezet omdat deze vaak ten onrechte een ongewenste melding of ingreep<br />
veroorzaakte. De raad <strong>voor</strong> de transportveiligheid heeft naar aanleiding van een botsing in<br />
Dordrecht 102 in 2001 aanbevolen een dergelijke functie opnieuw te introduceren. Deze functionaliteit<br />
is er tot op heden niet gekomen.<br />
5.4.3 Alarmoproep<br />
doel. Zowel treindienstleiders als machinisten kunnen een alarmoproep plaatsen om alle treinen in<br />
een bepaald gebied te waarschuwen <strong>voor</strong> naderend gevaar. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het<br />
mobiele telefonienetwerk Gsm-r.<br />
barendrecht. De treindienstleider ‘IJsselmonde’ heeft na de rood seinpassage in barendrecht<br />
geen alarmoproep geplaatst, omdat hij zich op dat moment niet op zijn werkplek bevond. Als<br />
hij wel een alarmoproep had gedaan, dan zouden alle machinisten in dat gebied per direct hun<br />
snelheid moeten verminderen en ‘op zicht’ moeten gaan rijden. toen de treindienstleider even later<br />
wel een alarmoproep wilde plaatsen, kwam de verbinding in eerste instantie niet tot stand. Het is<br />
niet bekend waarom dit niet lukte. bij een tweede poging kwam de verbinding wel tot stand.<br />
De machinist van de internationale reizigerstrein deed eveneens een alarmoproep die aanvankelijk<br />
niet tot stand kwam. In tweede instantie kwam de verbinding tot stand, maar werd de oproep<br />
aangenomen door een andere treindienstleider in rotterdam, die dacht dat de trein nog in zijn<br />
gebied reed. treindienstleiders onderling kunnen niet meekijken in elkaars bediengebieden. De<br />
treindienstleider ‘rotterdam-Oost’ kon daardoor niet zien wat er op de naastliggende sporen van<br />
de treindienstleider ‘IJsselmonde’ aan de hand was.<br />
102 raad <strong>voor</strong> de transportveiligheid, botsing tussen twee reizigerstreinen in Dordrecht op 28 november<br />
1999, gepubliceerd in mei 2001.<br />
55