Mariniers van Klademak podium - Stichting Papua Erfgoed
Mariniers van Klademak podium - Stichting Papua Erfgoed
Mariniers van Klademak podium - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
naar het strand, waar twee andere mariniers klaar stonden om de<br />
uitrusting te lossen.<br />
"Komt er nog meer?" vroeg Dupont aan de bestuurder, een magere<br />
marinier met een gemelijk gezicht.<br />
"De klep zit vol," antwoordde de man nors. "Er is wel voor een heel<br />
jaar proviand."<br />
"Ik dacht dat we hier maar twee weken zouden blijven," zei Dupont.<br />
"Is sergeant Bruinen ook meegekomen?" vroeg Doorn.<br />
"Die bewaren we voor het laatste ritje. Hij is niet helemaal fris meer,<br />
zie je?"<br />
"Man, ik wou dat ik niet helemaal fris meer was," zei Doorn.<br />
De rubberboot was leeg en de losploeg ging onder de klappers zitten<br />
wachten op de volgende lading. Doorn en Dupont waadden naar het<br />
strand, maar halverwege werden zij tegengehouden door de stem <strong>van</strong><br />
luitenant Drost.<br />
"Blijven jullie maar in het water," riep hij.<br />
Ze keerden mopperend terug. Het bevel negeren zou niet verstandig<br />
zijn.<br />
"Laat hem zelf tot zijn ballen in het water gaan staan," zei Doorn.<br />
"Dit is natuurlijk weer een <strong>van</strong> zijn pesterijtjes. Het wordt weer ouderwets<br />
gezellig, Duup. Ik weet nu zeker dat hij me rnoet hebben."<br />
"Mij zeker ook," zei de ander klappert andend. Boven water werd het<br />
nu kil. De wind wakkerde aan en de eerste druppels waren al gevallen.<br />
Ze brachten nog zes keer de boot naar het strand en de geloste goederen<br />
stapelden zich op in de vorm <strong>van</strong> een slordige pyramide. Zo nu<br />
en dan dook luitenant Drost uit de kampong op en keek of alles wel<br />
goed verliep. Naar de groeiende berg op het strand keek hij niet.<br />
Het begon opeens harder te regenen en de weinige mannen op het<br />
strand renden terug naar de kampong. Ook de losploeg verdween.<br />
"Zijn we nu bijna klaar?" vroeg Doorn aan de zwijgzame veerman,<br />
wiens humeur bij elke vracht een graadje slechter werd.<br />
"Nog een rit of vijf," schatte de man. "Als je de sergeant ziet zitten<br />
weet je dat de laatste vracht onderweg is."<br />
"Dan is het ook haast nacht," griepte Dupont.<br />
"Hou je maar kalm, Drost staat onder de bomen naar ons te loeren."<br />
Dat was de druppel die de emmer bij Dupont deed overlopen. Hij kon<br />
zich niet langer inhouden. Zijn gevoel voor rechtvaardigheid deed hem<br />
alle voorzichtigheid uit het oog verliezen. Waarom zou hij tegen deze<br />
onredelijke behandeling niet mogen protesteren? Iedereen liet hen<br />
in de steek en voor aflossing werd niet gezorgd. Er was ook niemand<br />
meer om de boot te lossen, zodat zij ook nog voor dat karwei opdraaiden.<br />
"Luitenant, wanneer worden we afgelost?" riep hij driest.<br />
De officier bewoog zich niet. Hij stond als een spookachtige gestalte<br />
onder een klapperboom. Het antwoord hoorden ze boven de geluiden<br />
<strong>van</strong> de wind en de branding uit.<br />
"Aflossing is niet nodig. 3e blijft daar maar staan tot alles uit de<br />
landingsboot naar het strand is gebracht. Daarna kun je gaan eten."<br />
"Niets zeggen," zei Doorn zacht maar dringend.<br />
Dupont stond met blauwe lippen te klappertanden. Een machteloze<br />
178