TOERUSTEN = UITRUSTEN - Onderwijsraad
TOERUSTEN = UITRUSTEN - Onderwijsraad
TOERUSTEN = UITRUSTEN - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het beleidsvoerend vermogen van de onderwijsinstelling. Zoals aangegeven in<br />
het advies Wat scholen vermogen (<strong>Onderwijsraad</strong>, 2002) is responsiviteit één<br />
van de kenmerken van een goed ontwikkeld beleidsvoerend vermogen. Deze<br />
gevoeligheid voor externe impulsen betekent niet dat die impulsen zonder meer<br />
worden overgenomen, maar dat men ze inbedt in het eigen beleid van de instelling.<br />
2.3 Werkdruk van schoolleiders<br />
Binnen de categorie 'schoolleiders' is als gevolg van schaalvergroting in het onderwijs<br />
een toenemend aantal niveaus te onderscheiden. In het primair onderwijs is het bovenschools<br />
management als laag tussen bestuur en schoolleider ingevoegd; verder heeft<br />
naast de directeur ook de adjunct managementtaken. In het voortgezet onderwijs kennen<br />
we bovenschoolse of kerndirecties, directeuren en adjuncten, en sector- en locatieleiders.<br />
In de bve-sector zijn er bij sectorgewijze structuren een college van bestuur of centrale<br />
directie, sectordirecteuren, opleidings- of afdelingsdirecteuren, en coördinatoren (leraren<br />
met coördinerende taken). Bij een unitstructuur zijn er een college van bestuur of centrale<br />
directie, unitleiders en teamleiders/coördinatoren.<br />
Het volgende is vooral gebaseerd op de in opdracht van OCenW uitgevoerde werkdrukonderzoeken.<br />
Net als bij leraren kan bij schoolleiders onderscheid worden gemaakt tussen<br />
kenmerken van het werk (algemene taakaspecten, specifieke taakaspecten en kenmerken<br />
van de werksituatie), kenmerken van de werkende, en externe factoren. De precieze<br />
invulling van die categorieën verschilt tussen leraren en schoolleiders echter op een<br />
aantal punten. Bij taakaspecten als kenmerken van het werk van schoolleiders kan op<br />
basis van de werkdrukonderzoeken onderscheid gemaakt worden tussen algemene taakaspecten<br />
(de taakomvang, de wijze van taakbesteding, de verhouding tussen officiële en<br />
feitelijk uitgevoerde taken, de wijze van taakuitoefening, het functieniveau en taakverandering)<br />
en specifieke taakaspecten (met name regelmogelijkheden in het werk). Bij kenmerken<br />
van de werksituatie van schoolleiders gaat het om veranderingen in de organisatie,<br />
(management)taakbeleid, functiedifferentiatie in de schoolleiding en deskundigheidsbevordering.<br />
2.3.1 ALGEMENE TAAKASPECTEN<br />
1 Taakomvang<br />
De formele taakomvang en de werkdrukte van schoolleiders zijn vrijwel gelijk<br />
voor alle categorieën. Schoolleiders werken namelijk in alle sectoren nagenoeg<br />
allemaal met een volledige aanstelling en hun werkdrukte is over het algemeen<br />
groot: de meeste schoolleiders besteden veel meer tijd aan hun werk dan in de<br />
normjaartaak is aangegeven. Voor de hoogste managementniveaus is deze<br />
situatie het meest uitgesproken. Ruim een kwart werkt meer dan 16 uur per<br />
week over. Gemiddeld komen schoolleiders qua feitelijke werktijd ongeveer 10<br />
uur hoger uit dan de formeel voorziene 38 à 39 uur per week (bve en vo iets<br />
meer dan po); een overschrijding van de officiële aanstellingsomvang met ongeveer<br />
een kwart. Desalniettemin kan een groot deel van de managers ook met dit<br />
overwerk een deel van de taken niet naar eigen tevredenheid volbrengen. Het<br />
feitelijk takenpakket van schoolleiders lijkt daarmee te omvangrijk voor de<br />
officiële werktijd.<br />
Toerusten = uitrusten<br />
33