LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
• (ook) betrekking hebben op leer-, denk-, samenwerk- en regulatievaardigheden<br />
(zogenoemde ‘hogereorde’ of ‘metacognitieve’ vaardigheden).<br />
Feitelijk gaat het bij het nieuwe leren zoals dat hierboven omschreven is om leeropbrengsten<br />
in de vorm van ‘competenties’ respectievelijk ‘leren leren’ die in hoofdstuk 2 als<br />
belangrijk voor de kennissamenleving zijn benoemd. Om dergelijke opbrengsten te realiseren<br />
dient het nieuwe leren een grotere nadruk te leggen op actief en exploratief leren,<br />
naast vormen van begeleid leren. Het nieuwe leren kan zo omschreven worden als een<br />
stroming die betrekking heeft op:<br />
• nieuwe leeropbrengsten die als belangrijk worden gedefinieerd;<br />
• nieuwe inzichten ten aanzien van de vormen van leren die deze leeropbrengsten<br />
tot stand kunnen brengen; en<br />
• implicaties daarvan voor de inrichting van nieuwe leerarrangementen<br />
(Simons et al., 2000; Kirschner, 1999).<br />
Daarmee is het ‘oude leren’, met een nadruk op kennisoverdracht zonder meer, inoefenen<br />
van vaardigheden (vergelijk behavorisme) en op specifieke leerdoelen toegespitste, gedecontextualiseerde<br />
instructie ( vergelijk objectivisme) niet overboord gezet: het wordt nu<br />
geplaatst naast het nieuwe leren, waaraan in de huidige kennissamenleving nadrukkelijk<br />
behoefte is. De constructivistische benaderingen zijn voor het onderwijs en andere vormen<br />
van georganiseerd leren vooral interessant als het gaat om de effectieve vormgeving<br />
van leerarrangementen, ondersteuning en instructie in relatie tot de gewenste leeropbrengsten<br />
(Elshout, 2000).<br />
Paragraaf 2 behandelt een aantal inzichten die ten grondslag liggen aan het nieuwe leren<br />
zoals dat hiervoor omschreven is. In paragraaf 3 wordt vervolgens ingegaan op individuele<br />
verschillen waarmee bij de inrichting van leerarrangementen rekening moet worden<br />
gehouden. Paragraaf 4 gaat in op de implicaties voor nieuwe leeromgevingen.<br />
2 Inzichten met betrekking tot het ‘nieuwe leren’<br />
Na een algemene introductie hieronder, over het wat en het hoe van leren, worden in de<br />
daaropvolgende paragrafen drie specifieke thema’s uitgewerkt die voor ‘het nieuwe leren’<br />
van belang zijn:<br />
• leren is een sociaal proces;<br />
• leren is gebonden aan specifieke situaties, ‘gesitueerd’; en<br />
• reflectie en zelfregulatie zijn essentieel voor leren.<br />
2.1 De samenhang tussen het wat en het hoe van leren<br />
Het denken, waarnemen, herinneren en leren van mensen is altijd gebaseerd op voorkennis,<br />
cognitieve patronen en preconcepties (Nelissen, 1999). Dit is geen uniek constructivistisch<br />
inzicht; algemeen gedeeld is het inzicht dat leren een proces is waarbij mensen<br />
nieuwe inzichten aan bestaande kennis koppelen en deze daarmee integreren tot aangepaste<br />
kennis en gedrag. Hoe kan het beste worden aangesloten bij de eigen constructies<br />
van leerlingen en op welke wijze kunnen deze adequaat worden uitgebouwd?<br />
Bijlage III<br />
B.3-13