05.05.2014 Views

LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad

LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad

LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

• flexibilisering van leren (klantgerichtheid, maatwerk, leervormen en leeromgevingen);<br />

• toegang van het individu tot de kennisinfrastructuur (o.a. via individueel recht<br />

op scholingsverlof, combineren van werken en leren);<br />

• versterken informeel leren (nationaal documentatiesysteem van gebruik & resultaten<br />

informeel leren met relevantie voor de werkvloer én onderwijssysteem).<br />

(Ministerie van Economische Zaken, Werkgroep EVC, 2002)<br />

3.3.9 POST<strong>IN</strong>ITIËLE TRAJECTEN<br />

Op het terrein van postinitieel leren heeft zich vooral de laatste twee decennia het nodige<br />

ontwikkeld. Formele scholing, waarbij van de kant van landelijke en lokale overheden en<br />

– uiteraard – van de kant van werkgevers de nadruk op beroepsgerichte leeractiviteiten<br />

wordt gelegd, komt daarbij sterk voor het voetlicht. Individuen gaat het ook wel vaak om<br />

beroepsgericht leren, maar minstens zo vaak om leren dat om persoonlijke behoeften<br />

draait.<br />

Wat de beroepsgerichte scholing betreft 50 is de investering van het Nederlandse bedrijfsleven<br />

internationaal bezien nog laag (Hake & Van der Kamp, 2001). Ze is in de loop van<br />

de jaren negentig echter sterk gestegen, van zo’n 1,5 miljoen euro naar omstreeks het<br />

dubbele, wat neerkomt op bijna 3% van de totale arbeidskosten. In het algemeen wordt<br />

beroepsgerichte scholing door werkgevers betaald en staat deze in dienst van het eigen<br />

personeelsbeleid. 51 De deelname van werknemers steeg van een kwart naar 40% (CBS-<br />

Statline, Kerncijfers bedrijfsopleidingen 1993-1999). In de afgelopen periode speelde de<br />

conjunctuur hierbij een positieve rol. De SER (2002) meent echter dat van meer dan een<br />

conjunctureel effect sprake zal blijken te zijn, gezien het feit dat scholing inmiddels institutioneel<br />

verankerd is in Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO’s). Daarbij worden<br />

middelen voorzien als persoonlijke ontwikkelingsrekeningen of –budgetten (por/pob),<br />

functioneringsgesprekken, evc en diploma-toeslagen. Behalve bij formele scholing lijkt er<br />

ook groei te zitten bij meer informele vormen van leren, zoals job rotation, toewijzing<br />

van mentoren en dergelijke. Formeel leren, via cursusactiviteiten, studiedagen en dergelijke,<br />

verliest echter niet aan belang en wordt door meer informele vormen ook niet verdrongen.<br />

Beloften op dit punt van in het bijzonder e-learning werden vooralsnog niet<br />

waargemaakt (Streumer et al., 2002).<br />

Hieronder komen bij het overzicht van postinitiële activiteiten eerst arbeidsmarktgerichte<br />

varianten aan bod (formele opscholing en bijscholing en leren op de werkplek). Daarna<br />

volgt enige informatie over aanbod dat daarbuiten valt.<br />

Opscholing<br />

In de eerste plaats kan postinitieel leren worden ingezet om leertrajecten uit te bouwen<br />

die in principe nog bij het initiële onderwijs horen. Soms gaat het daarbij om tweedekansonderwijs<br />

ter compensering voor schoolloopbanen die om uiteenlopende redenen<br />

50 Met dank aan dhr. J.W. Koole (VNO-NCW en Algemene Werkgeversvereniging Nederland) die meer specifiek toelichting gaf op<br />

scholing en arbeidsmarkt vanuit het perspectief van werkgevers c.q. bedrijfsleven.<br />

51 Daarbij wordt op continuïteit, flexibiliteit en mobiliteit binnen de organisatie gemikt en, om begrijpelijke redenen, zelden op<br />

externe mobiliteit, zeker niet door de ruim 90% van de bedrijven die twintig of minder werknemers tellen. Slechts een enkel<br />

(groot) bedrijf gaat verder en verstrekt persoonlijke opleidingsbudgetten ten behoeve van niet-functiegerichte opleidingen. De<br />

overheid streeft bij scholing wel naar mobiliteit tussen organisaties, en is om die reden voorstander van persoonsgebonden<br />

maatregelen als de por (die, in tegenstelling tot de pob, bij de overstap naar een ander bedrijf met de werknemer mee verhuist).<br />

58 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2003

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!