LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De toepassing van de genoemde principes, in een of andere vorm, is in uiteenlopende<br />
omstandigheden en in verschillende kennisdomeinen beproefd en in schoolsituaties<br />
inderdaad effectief gebleken. Belangrijk is dat de benadering goed werkt voor uiteenlopende<br />
doelgroepen, óók voor minder goede leerlingen. Traditioneel schools onderwijs<br />
slaagt er slechts bij een relatief klein deel van lerenden redelijk in competenties op te<br />
bouwen en is voor veel anderen geen ideaal arrangement. De uitwerking van de bovengenoemde<br />
principes in onderwijssituaties blijkt daarentegen bij verschillende leeftijdsgroepen<br />
en bij leerlingen van heel verschillend niveau tot resultaat te leiden (Barron et<br />
al., 1990; Hennessey, 1993). Een belangrijk pluspunt is ook dat het leren in dergelijke<br />
contexten met name voor zwakkere leerlingen motivatieverhogend werkt (Van der<br />
Sanden et al., 2002).<br />
“Nadat ik voor de tweede keer bleef zitten, mocht ik alsnog naar de land- en tuinbouwschool.<br />
En dat viel zo verschrikkelijk tegen. Ik had verwacht het land opgestuurd te worden<br />
en daar aan het werk te gaan. Dat wilde ik ook graag. Nee, kregen we de eerste<br />
twee jaar alleen maar theorie. Weer bleef ik zitten.”<br />
Henk Hoenselaar (38), uiteindelijk via leerwerkproject aan de slag<br />
Onderzoek toont aan dat ook de leeropbrengsten van zwakkere leerlingen bij actief en<br />
zelfgestuurd leren hoger zijn, maar wel onder voorwaarden. Hun leren moet in eerste<br />
instantie strakker gestructureerd zijn, en zij hebben, gekoppeld aan leerdomein of vak,<br />
expliciete training in strategische vaardigheden nodig (Van Hout-Wolters et al., 2000).<br />
Ook meer in het algemeen zal bij de vormgeving van leren rekening worden gehouden<br />
met individuele kenmerken van lerenden, met leerstijlen, intelligentie en leervermogen,<br />
motivatie en meer. Zo zal aan leerlingen uit het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs<br />
(vwo) veel minder ondersteuning en structuur geboden worden dan aan leerlingen<br />
op het niveau van het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). De overstap naar abstrahering<br />
en het werken met symbolen zal bij eerstgenoemde groep sneller verlopen. Voor<br />
achterstandsleerlingen lijkt een effectieve didactiek onder meer duidelijker structurering<br />
van activiteiten te moeten inhouden en gerichte herinstructie bij onvoldoende verwerking<br />
(Sociaal Cultureel Planbureau, 2001).<br />
“Bovendien sloot die opleiding totaal niet aan bij wat ik al kon. Op mijn veertiende<br />
moest ik nog steeds dingen doen die ik allang achter me had gelaten. Ook de theorievakken<br />
vond ik veel te simpel. Het daagde me niet genoeg uit. Achteraf gezien was het<br />
gewoon niet de goede schoolvorm voor mij. Op een gegeven moment moest ik wegens<br />
al dat spijbelen bij de leerplichtambtenaar op het stadhuis komen. ‘Het gaat helemaal<br />
mis met jou’, zei die, ‘maar ik wil een afspraak met je maken: je hoeft niet meer naar<br />
school, maar binnen twee weken heb jij werk’. Dat was zo’n bevrijding; niet meer naar<br />
school, ik mocht werken!”<br />
Martijn van Hoof (36) eerst schoolverlater, dan leerverslaafd<br />
Overigens is over de rol van individuele kenmerken bij leren en over de implicaties die<br />
dit voor leerarrangementen heeft, nog niet zo heel veel bekend (Simons, 2000; zie ook<br />
bijlage 3 bij deze verkenning, Leren in transitie).<br />
Leren in een kennissamenleving<br />
47