LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
andere levensdomeinen complexer maken, vraagt om bredere kennis en hogere opleidingsniveaus.<br />
Nog belangrijker is dat onderwijs zijn deelnemers in staat stelt ook verdere<br />
ontwikkelingen te volgen. Dat houdt in dat op breed inzetbare kennis de nadruk wordt<br />
gelegd, en verder op leercompetenties ofwel: leren te leren. Voor wie eenmaal het initiële<br />
onderwijs verlaat zal continue vernieuwing van kennis nodig zijn, via bijvoorbeeld het<br />
volgen van verdere opleidingen, het leren op de werkvloer of het leren via televisie en<br />
andere media.<br />
2.2.2 HET BEGRIP ‘KENNIS’ WORDT BREDER <strong>IN</strong>GEVULD DAN VOORH<strong>EEN</strong><br />
Overeenstemming over wat het concept ‘kennis’ inhoudt, is er niet. 11 Het begrip werd tot<br />
voor kort vooral geassocieerd met het soort kennis dat aan universiteiten en onderzoeksinstituten<br />
wordt ontwikkeld en vastgelegd in tekst, formules, organogrammen, schema’s,<br />
tabellen enzovoort. Toepassingsmogelijkheden voor zulke kennis worden vervolgens<br />
door anderen uitgewerkt (technologische instituten, bedrijfsleven, dienstverlening) en<br />
door nog weer anderen onder gebruikers verspreid (vakbladen, onderwijs, media). Voor<br />
deze vorm van kennis worden ook wel de termen ‘ideeënkennis’, ‘gecodificeerde kennis’,<br />
‘declaratieve kennis’ en ‘expliciete kennis’ gebruikt. Deze kan worden vastgelegd door<br />
middel van materiële informatiedragers als boek, geluidsband en cd-rom. De Organisatie<br />
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) beschrijft in een ook verder<br />
interessante analyse van de omgang met kennis in een ‘learning society’ hoe in achterliggende<br />
jaren ook voor andere kennisaspecten belangstelling ontstond. In navolging van<br />
Lundvall & Johnson (1994) onderscheidt de OESO twee soorten ideeënkennis: ‘know-what’<br />
en ‘know-why’. 12 Het eerste omvat kennis van feiten (aantal inwoners van Nederland,<br />
begin en einde van de Tweede Wereldoorlog, aantal planeten in ons zonnestelsel). De<br />
tweede soort betreft wetten en principes en processen in onder meer natuur- en gedragswetenschappen<br />
(kennis van oorzaken van allerlei verschijnselen, van de wijze waarop<br />
‘iets werkt’).<br />
Het gaat in een kennissamenleving echter niet meer alléén om dit soort kennis. Het gaat<br />
ook om de inzet ervan: ‘information put into meaningful action and productive use’. 13<br />
Daarvoor is ook een kennisvorm van belang die ‘tacit knowledge’ of ‘verborgen’ of ‘stilzwijgende’<br />
kennis wordt genoemd en die tegenover expliciete ideeënkennis wordt<br />
gesteld (Polanyi, 1966; Nonaka & Takeuchi, 1995). Bij dit soort kennis gaat het in de eerste<br />
plaats om operationele kennis en bekwaamheid, ofwel ‘know-how’. Daarnaast is<br />
‘know-who’ van belang: wie kan ideeën- of operationele kennis leveren die in bepaalde<br />
situaties ontbreekt. 14<br />
Stilzwijgende kennis is resultaat van onderwijs, scholing, ervaring en talent en kan als<br />
persoonlijke bekwaamheid worden gezien (Kessels, 2001). Ze blijft overigens niet per<br />
definitie stilzwijgend. Tot op zekere hoogte kan ze geëxpliciteerd worden, bijvoorbeeld<br />
11 Omschrijvingen variëren van ‘wat is of gekend kan zijn’ en ‘wat in het semantische geheugen wordt opgeslagen’ tot ‘Knowledge,<br />
the wing wherewith we fly to heaven’ (Shakespeare). De WRR (2002) bespreekt het begrip kennis in de context van een aantal<br />
theoretische modellen en geeft daarbij aan dat geen van deze modellen een scherpe definitie van ‘kennis’ bevat.<br />
12 De hier gehanteerde indeling in ‘know-what’, ‘know-why’ en, verderop, ‘know-how’ en ‘know-who’, is uiteraard niet de enig<br />
mogelijke. Ze is wel een nuttige om de overgang van traditionele naar nieuwere invullingen van het begrip kennis duidelijk te<br />
maken. (OECD, 2000; Lundvall & Johnson, 1994).<br />
13 Van Aalst (1999). Zie ook Weggeman (2000), die kennis ziet als een op informatie, ervaring, vaardigheden en attitude gebaseerd<br />
vermogen om een bepaalde taak uit te voeren. Een begripsomschrijving die juist op de betekenis van kennis voor het<br />
functioneren van maatschappij en burgers de nadruk legt, lijkt bij de behandeling van de kennissamenleving bij uitstek adequaat.<br />
14 Raizen (1994) onderscheidt ‘know-when’ (onder welke omstandigheden toepasbaar) in plaats van ‘know-who’, Hertog &<br />
Huizinga (1997) onderscheiden ook nog ‘know-where’. Deze categorieën zullen hier als verbijzonderingen van ‘know-how’<br />
worden beschouwd.<br />
Leren in een kennissamenleving<br />
21