LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zonder bemoeienis onvoldoende tot stand zouden komen, zal ook de overheid verantwoordelijkheid<br />
op zich nemen.<br />
Overigens zijn zulke externe effecten niet altijd even duidelijk te traceren, en blijft de<br />
keus voor overheidsbemoeienis tot op zekere hoogte een politieke (Derksen, 2001). Wat<br />
echter opvalt in de voorbeelden die hierboven gegeven werden, is hoe leren dat in eerste<br />
instantie een privé-aangelegenheid leek, nog wel eens uitmondt in leertrajecten die maatschappelijk<br />
uitermate relevant zijn. Het is de moeite waard om te verkennen waar deze<br />
grens ligt. Verder is het zo dat het onderscheid tussen publieke en private verantwoordelijkheid<br />
op dit moment vooral samenvalt met het onderscheid tussen initieel en postinitieel<br />
onderwijs. 58 In hoeverre dit zo kan blijven is de vraag. De kennissamenleving stelt<br />
ten aanzien van competentieontwikkeling en het niveau van leerloopbanen steeds meer<br />
eisen en van het initiële onderwijs kan niet verwacht worden dat het hier alles tot stand<br />
kan brengen wat nodig is. In het kader van het streven van de Europese Raad (top van<br />
Lissabon, 2000) om de EU tot ‘meest concurrerende en dynamische kenniseconomie’ om<br />
te vormen wordt secundair beroepsonderwijs in ieder geval al als basisniveau bepleit (en<br />
wordt voorts de noodzaak van een leven lang leren benadrukt). 59 De verantwoordelijkheid,<br />
onder meer financieel, die de overheid voor leren neemt zou zich dan ten minste<br />
tot het mbo-niveau uitstrekken, al dan niet losgekoppeld van leerplicht en initieel stelsel<br />
(bijvoorbeeld via facilitering van postinitieel duaal leren). Ook dan zal echter leren<br />
daarvóór, daarnaast en daarna aandacht moeten krijgen. Betwijfeld kan worden of dergelijk<br />
leren voldoende van de grond komt als het aan particulier initiatief wordt overgelaten.<br />
De vraag mag ook gesteld worden of het huidige niveau van overheidsinvestering<br />
in leren, in initieel onderwijs dan wel daarbuiten, nog past bij de ambities ten aanzien<br />
van een kennissamenleving die in de achterliggende jaren door de overheid zijn uitgesproken.<br />
4.2.3 OVERHEIDSVERANTWOORDELIJKHEID: BIJ WIE EN VANUIT WELK PERSPECTIEF?<br />
Zodra het om organiseerbaar leren gaat waarvan het algemeen belang duidelijk is, is de<br />
volgende vraag die naar het perspectief van waaruit dit algemene belang gedefinieerd<br />
wordt – en, daarmee, naar de plek waar de publieke verantwoordelijkheid wordt neergelegd.<br />
Eerder in deze verkenning zijn twee perspectieven aangegeven voor leren in een<br />
kennissamenleving, die in het algemeen ook bij overheidsbeleid worden aangehouden:<br />
• de sociaal-economische optiek; en<br />
• de sociaal-culturele optiek.<br />
Vanuit beide perspectieven is een belangrijke rol weggelegd voor het ministerie van<br />
OCenW.<br />
Vanuit de sociaal-economische optiek – onderwijs ten behoeve van de kenniseconomie,<br />
de kennisintensieve arbeidsmarkt – zijn verder uiteraard ministeries als dat van<br />
Economische Zaken, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, en van Sociale Zaken en<br />
Werkgelegenheid aan zet, naast en in samenwerking met de sociale partners (overigens is<br />
de afbakening van verantwoordelijkheid tussen overheid en sociale partners een apart<br />
aandachtspunt). Voor zover de beroepsvoorbereidende rol van het onderwijs aan de orde<br />
is, is op overheidsniveau sprake van samenwerking tussen deze departementen en dat<br />
58 Tevens: ‘leerplichtig/niet leerplichtig’ en ‘pre-/poststartkwalificerend’; leerplicht en startkwalificatie worden als ondergrens van<br />
de overheidsverantwoordelijkheid gezien.<br />
59 Commissie van de Europese Gemeenschappen (2001a).<br />
72 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2003