LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
LEREN IN EEN KENNISSAMENLEVING - Onderwijsraad
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
c De constructivistische stroming<br />
De constructivistische stroming is een reactie tegen met name het objectivisme (De Jong<br />
& Biemans, 1998). Een gemeenschappelijke notie binnen de constructivistische benaderingen<br />
is dat de lerende beschouwd wordt als iemand die actief kennis en inzicht construeert,<br />
in interactie met zijn of haar omgeving. Daarbij wordt nieuwe informatie gekoppeld<br />
aan de kennis die al aanwezig is en ontstaat bij iedere lerende een unieke, subjectieve<br />
representatie van de werkelijkheid. Docenten worden gezien als coaches die dit proces<br />
stimuleren en ondersteunen. Constructivisten gaan ervan uit dat het leren in een rijke<br />
context moet plaatsvinden die aan de werkelijkheid is ontleend. Fragmentatie van (complexe)<br />
onderwerpen is uit den boze (zie ook Smeets, 1996; De Jong & Biemans, 1998). Er<br />
bestaan duidelijke overeenkomsten tussen deze visies en de preconstructivistische benaderingen<br />
die hierboven genoemd zijn, met name die van Vygotsky als het gaat om de<br />
sociale en culturele aspecten van leren, waarbij constructie van kennis als sociaal proces<br />
wordt gezien. De impact van deze theorieën op het onderwijs was tot pakweg een decennium<br />
geleden gering en bleef beperkt tot experimenten en vernieuwingsscholen binnen<br />
basisonderwijs en algemeen voortgezet onderwijs. Overigens zijn, los van het constructivisme,<br />
in de praktijk van het onderwijs veel eerder al benaderingen ontwikkeld waarin<br />
uiteenlopende elementen die bij de latere constructivistische filosofie passen, al concreet<br />
vorm kregen: denk onder meer aan Dewey, Montessori en Freinet, die elk wel een of<br />
meer van de hier genoemde elementen in hun instructieaanpak opnamen. In recente<br />
jaren wordt in de verschillende onderwijssoorten, van basisonderwijs tot beroepsonderwijs<br />
en hoger onderwijs, op steeds grotere schaal getracht leren langs constructivistische<br />
lijnen te organiseren: het zogenoemde ‘nieuwe leren’ (Simons et al., 2000).<br />
In hoofdstuk 3 van de verkenning Leren in een kennissamenleving is een analyse gepresenteerd<br />
van de effectiviteit van formeelschoolse, respectievelijk non-formele en informele<br />
buitenschoolse leercontexten. Daarbij wordt geconstateerd dat de elementen uit de<br />
onderscheiden contexten die effectief bleken voor competentievorming en leren leren,<br />
parallel lopen met de elementen die in de constructivistische benadering naar voren<br />
komen.<br />
1.3 Leren in transitie, of: het ‘nieuwe leren’<br />
Belangrijk om in gedachten te houden is dat de verschillende theoretische visies die<br />
genoemd werden, samen een set algemene principes opleveren die bij de organisatie van<br />
uiteenlopende soorten leren kunnen worden ingezet. Het onderscheid tussen de besproken<br />
visies zit vooral bij ideeën over hoe leerprocessen verlopen en ondersteund zouden<br />
kunnen worden, en ook over de nadruk die ze leggen op wat leeropbrengsten zijn of<br />
zouden moeten zijn.<br />
In deze bijlage wordt met name het nieuwe leren nader onder de loep genomen. De visie<br />
daarop is, zoals gezegd, gebaseerd op het constructivistisch gedachtegoed. Hoewel geen<br />
sprake is van een eenduidige, alles overkoepelende constructivistische leertheorie (zie<br />
ook De Jong & Biemans, 1998 en Elshout, 2000) wordt wel algemeen geaccepteerd dat<br />
het nieuwe leren met name gericht moet zijn op leeropbrengsten die:<br />
• duurzaam, flexibel, functioneel geïntegreerd en betekenisvol, generaliseerbaar<br />
en toegepast zijn; en<br />
B.3-12<br />
<strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2003