13.07.2015 Views

Een meervoudige casusstudie - Divingduck.nl

Een meervoudige casusstudie - Divingduck.nl

Een meervoudige casusstudie - Divingduck.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 2De prelinguale periode is de periode van het eerste levensjaar, waarin het kind welgeluiden maakt maar nog geen woorden produceert. In deze periode worden de voorwaardenvoor een goede taalontwikkeling geschapen, starten de communicatieve ontwikkeling, depassieve taalontwikkeling en de foneemverwerving. In deze periode worden verschillendefasen onderscheiden, namelijk de eerste fase die wordt gekenmerkt door huilen (van degeboorte tot de leeftijd van zes weken). Het kind geeft er in deze fase de voorkeur aan om naarbekende stemmen te luisteren. Het produceert zelf vooral geluid door te huilen. In de tweedefase (van ongeveer de leeftijd van zes weken tot vier maanden) gaat het kind meervocaliseren. Het luistert nog altijd het liefst naar spraakgeluiden. Zelf produceert het kind nuook geluiden die klinken als ontspannen vocalen. In de volgende fase (van ongeveer de leeftijdvan vier tot zeven maanden) komt er steeds meer variatie in de geluidjes die het kind maakt,zoals verschillen in toonhoogte, in luidheid en in de duur van het maken van een geluid. In delaatste fase van de prelinguale periode (van gemiddeld zeven à acht maanden tot de leeftijdvan dertien à veertien maanden) gaat het kind brabbelen. Bij brabbelen wordenarticulatiebewegingen herhaald. In eerste instantie gaat het om steeds hetzelfde groepje(repetitief brabbelen), later gaat het kind meer variëren.De vroeglinguale periode is de periode in de leeftijd van 1;0 jaar tot ongeveer 2;6 jaar.In deze periode wordt de stap gezet van brabbelen naar betekenisvol taalgebruik. De actievewoordenschat en de syntaxis komen op gang. De brabbelfase gaat over in de eenwoordfase.In deze fase leren kinderen woordjes gebruiken om zich te uiten. Wanneer kinderen meerderewoorden gaan combineren, wordt in de literatuur gesproken over de tweewoordfase gevolgddoor de meerwoordfase. Aan het einde van de meerwoordfase beheersen kinderen kortezinnetjes van drie tot vijf woorden. De kinderen gebruiken nauwelijks functiewoorden en er isnog geen sprake van morfologie.In de differentiatiefase (vanaf ongeveer tweeëneenhalf tot vijf jaar) gebeurt op allegebieden van de taalverwerving veel. Al vroeg in deze fase verwerven kinderen de nogontbrekende fonemen. De passieve en actieve woordenschat van kinderen neemt in dezeperiode sterk toe. Dit hangt ook samen met het feit dat kinderen steeds nieuwe woordklassengaan gebruiken. Al vroeg in de differentiatiefase gaan kinderen bijvoorbeeld lidwoorden enandere functiewoorden gebruiken. Kinderen gaan woorden en werkwoorden ook vervoegen, inhet algemeen zo rond het derde levensjaar. In deze periode zijn kinderen bezig met hetontdekken van regels in de taal. Er is steeds meer sprake van een metalinguïstisch bewustzijn.Het kind doet veel nieuwe taalervaringen op, die het vaak nog oefent en verwerkt in een nietcommunicatievecontext.De voltooiingsfase speelt vanaf ongeveer de leeftijd van vijf tot negen jaar, hoewelkinderen in deze fase geen echte nieuwe aspecten meer verwerven. De uitingen worden welcomplexer en de intenties worden explicieter. De vaardigheden die het kind al had verworven,worden steeds veelzijdiger en geïntegreerder gebruikt. Uiteraard zijn er verschillen intaalvaardigheid, maar verwonderlijker is de vanzelfsprekendheid waarmee de taalverwervingzich normaal gesproken voltrekt evenals het resultaat dat kinderen moedertaalsprekers32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!