13.07.2015 Views

Een meervoudige casusstudie - Divingduck.nl

Een meervoudige casusstudie - Divingduck.nl

Een meervoudige casusstudie - Divingduck.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 2betekenisinhouden die verschillende concepten in verschillende culturen kunnen hebben.Concepten kunnen ook verschillende connotaties (bijbetekenissen) hebben, die ook geleerdmoeten worden. Daarnaast is er ook nog sprake van verschillende collocaties (verbindingen),die in de verschillende talen aan een concept zijn verbonden. Tweede-taalverwervers lerenminder snel woorden en ze hebben vaker een achterstand in het kennen van betekenissen vanwoorden en vaker problemen met moeilijke woorden. Over de pragmatische vaardigheden isbekend dat tweede-taalverwervers in de tweede taal ook regels moeten verwerven omtrentde gebruiken in een taal. Deze taalgebruiksregels kunnen verschillen in de diversetaalgemeenschappen (Appel & Vermeer, 2000)Naast verschillen die betrekking hebben op de verschillende taalniveaus, vinden weook variatie op andere gebieden. De variatie tussen tweede-taalverwervers in snelheid vanverwerving en in het bereikte eindniveau is vele malen groter dan bij eerste-taalverwervers.Vooral de verschillen in bereikte taalvaardigheid vallen op (Appel & Vermeer, 2000). Uitonderzoek is gebleken dat er meerdere factoren zijn die deze verschillen bepalen, variërend vanindividuele kenmerken tot omgevingskenmerken (Klatter-Folmer, 1996; vgl. Appel & Vermeer,20000 en Goorhuis & Schaerlaekens, 2000). <strong>Een</strong> eerste factor is leeftijd. Het is zo dat jongekinderen een tweede taal uiteindelijk beter leren dan oudere kinderen of volwassenen, hoeweloudere kinderen en volwassenen in de beginfase sneller leren omdat ze cognitief enmetalinguïstisch vaardiger zijn. Hoe jonger gestart wordt met het leren van een tweede taal,hoe groter de kans is dat degene die de taal leert ook een niveau bereikt dat dat van eenmoedertaalspreker evenaart. Dat geldt met name voor fonologische vaardigheden als intonatieen articulatie. <strong>Een</strong> tweede factor die samenhangt met het tempo en het succes vantweedetaalverwerving is taalaa<strong>nl</strong>eg en intelligentie in het algemeen. Verder kan nog gewezenworden op persoo<strong>nl</strong>ijkheid en leerstijl als kenmerken die van invloed zijn op de bereiktevaardigheid in de tweede taal. Ook is veel onderzoek verricht naar de relatie tussen sociaalculturelefactoren en het succes van tweede-taalverwerving, zoals attitude en motivatie, dieoverigens vaak zwak zijn (Klatter-Folmer, 1996)Voor het onderhavige onderzoek is naast leeftijd de factor contact van belang.Contact is zelfs de belangrijkste factor in het succes van tweede-taalverwerving. <strong>Een</strong> taal lerenof verwerven gebeurt in het interactieproces tussen de leerder en de omgeving. Het contactdat een kind heeft met de taalomgeving, bepaalt het taalaanbod dat het kind krijgt. Daarbijspelen zowel de omvang en frequentie van het contact als de aard van het contact met deandere taal een rol. Voor kinderen kan de school bijdragen in het succes van het verwervenvan een tweede taal, hoewel de resultaten van onderzoeken daarover uitee<strong>nl</strong>opend zijn. Uitalle onderzoeken is wel duidelijk geworden dat een kind taalvaardiger is in de tweede taal alshet er langer onderwijs in heeft genoten (Appel& Vermeer, 2000). De aard of kwaliteit van hettaalaanbod is daarbij ook van belang (Appel& Vermeer, 2000; Klatter-Folmer 1996). Detweede-taalverwerver heeft er baat bij als de moedertaalspreker bijvoorbeeld langzamerspreekt, kortere zinnen maakt, meer herhaalt en minder verschillende woorden gebruikt. Ookdiverse vormen van feedback zijn belangrijk voor de tweede-taalverwerver, evenalsaanpassingen in de interactie. Deze laatste hoeven niet alleen vanuit de moedertaalspreker te38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!