De blik van een buitenstaander
De blik van een buitenstaander - School voor Openbaar Bestuur
De blik van een buitenstaander - School voor Openbaar Bestuur
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1 Inleiding<br />
1.1 autonomie en kwaliteit<br />
Hogescholen op grotere afstand <strong>van</strong> <strong>De</strong>n Haag. Voor dat besturingsmodel is in de jaren<br />
tachtig gekozen voor het hoger onderwijs. Beleidsnota’s als ‘Minder regels, meer ruimte’<br />
en ‘Autonomie en kwaliteit’ gaven hogescholen meer verantwoordelijkheden op terreinen<br />
zoals huisvesting en werkgeverszaken. Ook ten opzichte <strong>van</strong> de onderwijsinhoud<br />
werden instellingen autonoom. Daarbij kregen ze de taak zich over de kwaliteit <strong>van</strong><br />
het onderwijs te verantwoorden naar de overheid en naar de omgeving. Door middel<br />
<strong>van</strong> visitatie gaf de sector vorm aan deze verantwoordingsplicht. Later ontstond <strong>een</strong><br />
systeem <strong>van</strong> accreditatie via de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (nvao).<br />
<strong>De</strong> onderwijsinspectie trad op als toezichthouder op het systeem <strong>van</strong> kwaliteitszorg.<br />
<strong>De</strong> decennia na de invoering <strong>van</strong> hoak (Hoger Onderwijs: Autonomie en Kwaliteit, nota<br />
uit 1985) kenmerkten zich door <strong>een</strong> proces <strong>van</strong> schaalvergroting. Fusies op alle niveaus<br />
stelden nieuwe eisen aan inrichting en organisatie. Veel bestuurlijke aandacht ging uit<br />
naar marktpositie, om<strong>van</strong>g en onderlinge concurrentieverhoudingen. Gaandeweg ging<br />
dit ten koste <strong>van</strong> de aandacht voor de maatschappelijke opdracht. <strong>De</strong> bekostigingsfraude<br />
bij <strong>een</strong> aantal hogescholen in 2001 en de kwestie rondom onwaardige diploma’s bij<br />
Hogeschool Inholland legden <strong>een</strong> gebrek aan checks and balances bloot. Dit resulteerde<br />
in <strong>een</strong> toenemende politieke en maatschappelijke roep om meer directe overheidssturing<br />
en intensivering <strong>van</strong> het toezicht op de hogescholen en op het onderwijs.<br />
Voor de instellingen betekende dit dat zij zich geconfronteerd zagen met <strong>een</strong> toenemende<br />
en steeds gedetailleerdere vraag naar verantwoording. Om aan de verantwoordingsdruk<br />
te voldoen groeide de staf- en beleidscapaciteit ten koste <strong>van</strong> de capaciteit<br />
voor het onderwijsproces. Vanuit staf en beleid werd niet all<strong>een</strong> gewerkt aan de besturing<br />
<strong>van</strong> de beheersprocessen, maar werd in toenemende mate ook gestuurd op onderwijsprocessen.<br />
Het inperken <strong>van</strong> de autonomie <strong>van</strong> de instellingen werkte op deze<br />
wijze door in <strong>een</strong> beperking <strong>van</strong> de professionele ruimte <strong>van</strong> de docent.<br />
Zo werd <strong>een</strong> spiraalbeweging gegenereerd <strong>van</strong> verticale sturing, negatieve reflexiviteit<br />
en afnemend commitment en probleemoplossend vermogen in de sector – met nog meer<br />
verticale sturing als onvermijdelijke uitkomst. Parallel aan de hierboven geschetste<br />
ontwikkelingen kwamen de verhoudingen binnen de Vereniging Hogescholen (voorh<strong>een</strong><br />
hbo-raad, verder: de Vereniging) onder druk te staan. Nieuwe hogeschoolkolossen<br />
hadden eigen stafdiensten en hadden de Vereniging niet langer nodig voor professionele<br />
ondersteuning. Ook leidde het proces <strong>van</strong> schaalvergroting tot toegenomen diversiteit<br />
tussen de leden en scherpere onderlinge concurrentieverhoudingen. Dit maakte dat de<br />
belangen <strong>van</strong> de leden minder dan daarvoor gelijkgericht waren. Daarmee kwam de<br />
vraag aan de orde naar de aard, functie en betekenis <strong>van</strong> de Vereniging voor haar leden.<br />
Op inbreuken door de overheid in de systeemafspraken zoals neergelegd in hoak,<br />
reageerde de Vereniging doorgaans defensief. Sturing werd in dat debat door de Vereniging<br />
steeds geduid als <strong>een</strong> inbreuk op de autonomie <strong>van</strong> de sector. Tegelijkertijd<br />
was er weinig animo voor het agenderen <strong>van</strong> zelfreflectie, voor het organiseren <strong>van</strong><br />
het zelfreinigend vermogen en voor het waarmaken en behouden <strong>van</strong> autonomie <strong>van</strong><br />
de sector. <strong>De</strong> Vereniging voelt nu aan dat zo’n defensieve strategie niet langer houdbaar<br />
is en zoekt naar <strong>een</strong> alternatieve handelingsstrategie.<br />
Inleiding<br />
9