VSH Turòa nad Bodvou - Nemetschek Scia
VSH Turòa nad Bodvou - Nemetschek Scia
VSH Turòa nad Bodvou - Nemetschek Scia
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inleiding<br />
Deze opdracht heeft als bedoeling de vervormingen te berekenen<br />
van een stalen fietsersbrug onder zijn eigengewicht. Met deze gegevens<br />
past de constructeur bij de fabricage van de brug de vorm zo<br />
aan dat wanneer de brug geplaatst wordt en onderhevig is aan<br />
zijn eigengewicht, het de vorm heeft zoals getekend volgens plan.<br />
Vermits vervormingen vrij nauwkeurig dienen te worden bepaald<br />
en de geometrie van de brug complex is, dient er een 3D-schaalmode<br />
gemaakt te worden van de gehele brug in ESA-Prima Win.<br />
Beschrijving van de geometrie van de brug<br />
De stalen fietsersbrug te Lille is een brug op 4 steunpunten en is<br />
volledig uit platen samengesteld. Naast de twee eindsteunpunten<br />
zijn ook 2 pijlers voorzien die de brug inklemmen. De staalkwaliteit<br />
is S355. Het dek is uitgevoerd in uitkraging en wordt gesteund<br />
door 3 verticale verstijvers die gelast zijn aan consoles. In totaal<br />
zijn er 38 consoles. De consoles bestaan uit een lijfplaat en een in<br />
breedte variërende onderflens die eindigt op de onderflens van de<br />
koker. De lijfplaat kromt naar het einde toe naar boven en dient<br />
als steun voor de leuning (koker 200/100/6). De bovenflens wordt<br />
gevormd door het dek. Deze consoles zijn gelast aan de koker die<br />
het hoofdprofiel van de brug vormt. Het bestaat uit 2 gekromde<br />
lijven en 2 vlakke flenzen en is verstijfd door 6 verstijvers, 3 voor elk<br />
lijf van de koker die evenwijdig lopen aan de aslijn van de koker. Ter<br />
plaatse van de pijlers en de consoles is er telkens een dwarsschot<br />
voorzien. Ter plaatse van de consoles is er ook nog een verstijver<br />
op het niveau van het dek, zodat de “bovenflens” van de console<br />
als het ware wordt doorgetrokken tot in de koker, zodat via het<br />
dwarsschot, de krachten naar de koker worden overgedragen.<br />
Opbouw van het model in ESA-Prima Win<br />
fase 1: opbouw van het referentieprofiel<br />
Het referentieprofiel wordt in grondplan uitgezet via de snijpunten<br />
van cirkels en rechten (1D macro’s). Het cirkelsegment wordt ingedeeld<br />
in 37 stukken, vermits er 38 consoles zijn (eindconsoles inbegrepen).<br />
Daarna worden deze 38 punten verplaatst in de hoogte<br />
en vormen zo de referentielijn voor de brug.<br />
fase 2: opbouw van de standaardmoot<br />
De brug kan ingedeeld worden in 38 standaardmoten. Het is<br />
dus voldoende om 1 standaardmoot te maken en deze dan<br />
langs het referentieprofiel te verplaatsen en te roteren om zo de<br />
brug te creëren. Een staafmodel wordt opgebouwd met behulp<br />
van de constructie van hulpcirkels en hulprechten. Doordat het<br />
assenstelsel kan verplaatst en geroteerd worden, is het mogelijk<br />
om telkens in een vlak (2D) te werken, wat de zaak iets eenvoudiger<br />
maakt. De gekromde stukken worden gesegmenteerd getekend,<br />
zodat deze met recht- of driehoeken kan worden ingevuld.<br />
Vervolgens worden de verschillende onderdelen van de moot met<br />
2D-elementen (platen) ingevuld. Elk onderdeel van de moot (bv.<br />
console, dek, ...) wordt in een afzonderlijk materiaal gedefinieerd,<br />
zodat het mogelijk is om via selectie van 2D-macro’s naar materiaalkwaliteit<br />
de verschillende elementen op een éénvoudige manier<br />
aan te passen door enkel deze actief te zetten.<br />
fase 3: Berekening van de langs- en dwarshelling van elke<br />
standaardmoot<br />
Vanwege de kromtestraal in planzicht en de kromming in het<br />
lengteprofiel, heeft elke standaardmoot een verschillende stand in<br />
planzicht en in vooraanzicht. De helling van de standaardmoot is<br />
het gemiddelde van de 2 lijnstukken die de naastgelegen referentiepunten<br />
verbinden. In een excel-tabel zijn de cartesiaanse coördinaten<br />
van het referentieprofiel gegeven. Dit is de output van het<br />
model van het referentieprofiel, dat in excel ingelezen is. Hiermee<br />
kunnen de benodigde hoeken worden berekend.<br />
fase 4: Invoegen van standaardmoten + verbinden van moten<br />
De standaardmoot wordt in de oorsprong van het globaal assenstelsel<br />
geroteerd in de 2 richtingen (rotatie in planzicht en rotatie in<br />
opstand). Vervolgens wordt deze moot met het referentiepunt op<br />
de referentielijn geplaatst. Zo ontstaan 38 moten die in hun referentiepunt<br />
de gemiddelde dwars- en langskromming aangeven.<br />
Vervolgens worden de moten aan mekaar verbonden door de<br />
moten aan te vullen. De verschillende onderdelen worden één<br />
voor één actief gezet en aan mekaar verbonden door 2D-macro’s<br />
te tekenen in 3D.<br />
fase 5: Opbouw van de pijlers en randconsoles<br />
De moten op het einde van de brug verschillen van de andere door<br />
de positie van het dwarsschot in de koker: bij de middenmoten<br />
staat dit loodrecht op de lijven en de flenzen van de koker, terwijl<br />
bij de eindmoten het dwarsschot in het verlengde van de console<br />
ligt. Voor deze twee moten is de standaardmoot aangepast door<br />
het dwarsschot te projecteren op het vlak van de console. Deze<br />
moot is dan aangevuld met de randconsoles. De pijlers worden<br />
ook getekend met behulp van een staafmodel geconstrueerd<br />
met hulplijnen, waar achteraf de verschillende platen worden<br />
ingetekend. Ter plaatste van de pijlers dienden ook dwarsschoten<br />
worden ingevoegd in de koker.<br />
fase 6: Berekening<br />
Na de generatie van de geometrie worden de steunpunten en<br />
de belastingen ingegeven. Vervolgens worden de vervormingen<br />
van de structuur berekend en geanalyseerd. Het tegenpijl wordt<br />
bepaald en doorgegeven aan de constructeur.<br />
Besluit<br />
De opbouw van het model is een stuk sneller en éénvoudiger door<br />
het gebruik van een standaard-moot die meerdere keren gebruikt<br />
wordt in de structuur. Via éénvoudige en krachtige opties zoals het<br />
verplaatsen en roteren van het gebruikersassenstelsel kan men in<br />
2D tekenen, wat de zaak toch een stuk vereenvoudigd. Hierdoor<br />
is het mogelijk om in een aanvaardbare tijdsperiode een platenmodel<br />
op te bouwen van deze brug.<br />
Fietsersbrug te Lille (Gierle) over de E34<br />
95