02.09.2013 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE LIEFDE DIE OVERWINT<br />

Dit klopt niet!<br />

Eens echter zullen de kinderen Israëls talrijk wezen als het zand<br />

der zee, dat niet te meten of te tellen is. En ter plaatse waar tot<br />

hen gezegd -woidt: Gij zijt Mijn volk niet — zullen zij genoemd<br />

worden kinderen van de levende God.<br />

Hosea 1:10.<br />

Pas heeft Hosea gezegd: Lo-Ammi! Gij zijt Mijn volk niet en Ik zal de Uwe niet zijn!<br />

Het zal dus uit zijn tussen God en Israël, radicaal uit! Zó heeft de toornende liefde Gods, die<br />

niet meer beantwoord werd, gesproken. Kort en goed!<br />

En nu dit wonderlijke, verrassende, paradoxale "eens echter". Toch dus zullen de kinderen<br />

Israëls zijn als het zand der zee, dat niet te meten of te tellen is. Toch zal tot Lo-Ammi<br />

gezegd worden: Gij zijt kinderen van de levende God!<br />

Nog eens: dit klopt niet!<br />

Want anders moeten we vragen: wat gaat God nü doen? Gaat hij door dit éne "eens echter"<br />

een streep halen door al Zijn vroegere bedreigingen? Heeft God mi al berouw van wat Hij zo<br />

pas gezegd heeft? Gaat Hij haastig alle oordelen annuleren?<br />

Drukt Hij het kind, dat Hij daareven van Zich afgeslingerd heeft, nu weer hartstochtelijk aan<br />

Zijn borst? Is Hij als een driftige vader, die direct al spijt heeft van de boze woorden, die hij<br />

gezegd heeft, en het aanstonds weer goed wil maken?<br />

Nietwaar, dat zijn allemaal onmogelijke veronderstellingen.<br />

Ze zijn Gode onwaardig!<br />

Zijn ja is ja en Zijn neen is neen. God kan geen ja en neen tegelijk zeggen, 't Geen uit Zijn<br />

lippen ging, blijft vast en onverbroken.<br />

Er zal wel hier en daar een hoorder van Hosea geweest zijn, die eerst huiverde bij die<br />

ontzettende aankondiging: Gij zijt Mijn volk niet meer, maar die bij deze ongedachte<br />

wending van de preek, ingezet met het "eens echter", bij zichzelf gedacht heeft: o, gelukkig,<br />

dat valt even mee! Zulke mensen zijn er altijd geweest. Ze zijn er nóg. Ze willen zo graag<br />

zondigen op de barmhartigheid Gods. De Here is toch zo goed, en Hij zal het wel vergeven!<br />

Gods beloften willen ze graag annexeren, maar met Gods bedreigingen is de hand wel even te<br />

lichten, en dat komt zo nauw niet!<br />

Ieder gevoelt: een dergelijke stemming kan de Bijbel niet in de hand werken!<br />

Dit kan de bedoeling van dit "eens echter" niet wezen!<br />

Maar wat dan?<br />

We zitten er mee, want dit is niet tegen te spreken: dit woord bevat een volstrekte<br />

tegenstelling met wat voorafging. Daar was sprake van verwerping, hier van verkiezing. Eerst<br />

de dreiging, nü de belofte: wat is nu waar? De bedreiging of de belofte? Waar moeten we ons<br />

nu aan houden? Wat zal er in vervulling gaan? Zal Israël nu al of niet Gods volk zijn? Beide<br />

uitspraken zijn even absoluut: Ik zal de Uwe niet zijn'. Evenwel zullen de kinderen Israëls<br />

zijn als het zand der zee! Het een schijnt het ander op te heffen. Allebei kan onmogelijk waar<br />

2<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!